Een gastbijdrage van Iskander Smit van Info.nl over ‘right now’.

Erwin nodigde me uit mijn visie te delen over de transformatie naar een realtime wereld, of de Realtime Revolutie zoals hij het zo treffend noemt. Dat doe ik graag. Het fenomeen houdt me al een tijd bezig, en ik zie dat het een belangrijk ingrediënt is van het ‘post-digital’-tijdperk waarin we belanden. Hoe de realtime context eruit gaat zien, vind ik mooi geschetst in het verhaal van Kevin Kelly met de zes werkwoorden. Het vierde werkwoord flowing vertelt hoe alle media transformeren naar collecties van realtime streams die in knooppunten bij elkaar komen. “If it is not in realtime it does not count”, zegt hij.

Right now

We zijn met z’n allen nog aan het ontdekken hoe we daar mee om moeten gaan, wat het beste te zien is aan de traditionele media die meegaan in de hijgerigheid van het nu, terwijl de rol van samenvatten en duiden alleen maar belangrijker wordt om de streams context te geven. Maar dat is een ander verhaal.  De gevolgen voor onze beleving van media en de manier waarop we er mee omgaan is verandert onder invloed van realtime. Daar is veel over te zeggen. Een aspect dat parallel loopt eraan vind ik interessant om eruit te lichten: het fenomeen van Right Now. Daarmee bedoel ik dat we ons gedrag hebben aangepast aan een werkelijkheid waar we alles nu meteen willen kunnen hebben en waar we ook steeds minder onze activiteiten plannen.

Mobiel

Dat heeft niet alleen met de opkomst van realtime media als Twitter te maken, de adoptie van de mobiele telefoon was de eerste drijvende kracht. Afspraken maken we in het moment, niet meer van te voren, dat is een bekend voorbeeld. De realtime media hebben dit gedrag zeker versterkt. Het fenomeen Right Now is direct verbonden met de trend naar ‘access-based’ diensten. Omdat we gewend zijn geraakt dat alles direct beschikbaar is, durven we ook producten alleen op basis van toegang te gebruiken, bezit is niet meer nodig. De bekende voorbeelden van Greenwheels en Spotify kennen we allemaal, maar dat zal steeds verder gaan.

‘Slimme’ producten

Rob van Kranenburg van de Council Internet of Things gebruikt altijd het voorbeeld dat we straks ons hippe jasje niet meer kopen maar betalen voor de plek waar we hem gebruiken. In de club heeft het meer waarde dan ‘s zaterdags bij het boodschappen doen in de supermarkt. Dit laatste is natuurlijk nog niet mogelijk nu, maar gaat wel een realiteit zijn als producten meer en meer verbonden worden; het Internet of Things. Dit zal zich op productniveau snel ontwikkelen, steeds meer nieuwe producten zullen ‘slim’ worden en gebruik maken van data uit de cloud of gebruik maken van internet voor een betere dienst. SFPark is een voorbeeld uit San Fransisco waar je op een app kunt zien welke parkeerplaatsen nu beschikbaar zijn doordat deze zijn uitgerust met een sensor.

Voorspellen

Producten krijgen daarmee vooral hun eigen dataclouds die een soort metalaag van informatie toevoegen aan onze werkelijkheid. Die informatie zal steeds meer worden gebruikt om slimheid te verhandelen tussen producten. Justine Marseille had het hier op dit blog over de voorspellende waarde van data die we met z’n allen genereren. Dat gebeurt zeker, en gebeurt nu al. Maar we zullen steeds bewuster verrast willen worden. De balans die ontstaat tussen de almaar groter wordende datasporen enerzijds, en de daarmee toenemende voorspelbaarheid van diensten, en aan de andere kant de wens daar uit te breken.

Flexibel

Daar ligt een interessante ontwerpuitdaging voor de makers van de nieuwe producten en diensten. Juist het perspectief van het Right Now principe is hier ook interessant. Hoe gaan diensten en producten veranderen als ze zich aanpassen aan dat precieze moment van gebruik? Worden ze automatisch hyper relevant aangepast op eigen profiel dat we meedragen of zijn ze juist heel ‘open’ en flexibel zodat we ze zelf kunnen aanpassen op dat moment? Beide zal plaatsvinden. Hoe verwachten wij dat onze producten zich gaan gedragen?  In elk geval moet je anders nadenken over ontwerp, want het is altijd dynamisch.

Motivatie

Je moet weten wat de gebruiker op dat moment zou kunnen willen doen. Wat zijn de motivaties, welke stemming heeft hij/zij, waar bevindt hij zich. Kortom, een goed beeld van de context bepaalt de uiteindelijke gebruiksvorm van de nieuwe producten en diensten. En vervolgens moet je een adaptief product hebben. Daarin zijn op zich de principes van open-ended play een start. Rule-based systemen die de flow en uitkomsten openlaten, kort gezegd.  We hebben daarin wel een ijkpunt nodig. In de presentatie van Thomas Goetz op het afgelopen DLD12 gaf daarin een hele praktische vertaling: feedback loops zijn essentieel om alle continue veranderingen te duiden en relevantie te geven.

Second screen

Met het toenemen van de sensors om ons heen organiseren we die feedback. Die feedback zoeken we ook in referentie van onze peers. De opkomst van second screen apps is daar een gevolg van. Kevin Slavin laat dat mooi zien in zijn presentatie over ‘laughter from knowhere’ dat in de second screen niet (alleen) een functioneel toevoeging is aan de kijkbeleving, maar vooral ook werkt als emotioneel referentiepunt voor ons eigen gedrag. De gebruiker moet een bepaald vertrouwen kunnen krijgen, dat moet je expliciteit meeontwerpen.  Bij het ontwerpen van de Right Now diensten in het realtime tijdperk denk ik dat dit de elementen die het succes bepalen. Het vraagt een andere benadering van het ontwerpen wat het super interessant maakt. Factoren als vertrouwen, data integriteit, controle vervangen begrippen als privacy. Relevantie, regels, context, play en openheid zijn de nieuwe dimensies waarmee de producten worden vormgegeven. Het besef dat de shift naar realtime een shift is naar right now helpt de goede keuzes te maken.