Het idee om de Games for Health 2013 conferentie in het hoofdkwartier van hoofdsponsor KPMG te organiseren viel volgens Jan de Boer, partner bij KPMG, direct in goede aarde. Natuurlijk: KPMG is een groot,  serieus en gevestigd bedrijf met een geschiedenis van meer dan 100 jaar. En de serious of applied game-bedrijven die zich bezig houden met Games for Health, staan vaak nog aan het begin: veel jonge, enthousiastelingen. Maar juist de ontmoeting tussen beide werelden kan veel moois op leveren. Al zal dat niet vanzelf gaan. 

“De game industrie is een lichtpuntje in de huidige crisis ”

Waar beide werelden het in ieder geval over eens zijn  is dat een verandering in de gezondheidszorg noodzakelijk is. Met almaar stijgende kosten en een bevolking die vergrijst is het voor iedereen duidelijk dat het huidige model niet veel langer houdbaar is. Er moet wat gebeuren. En technologie kan daarbij een belangrijke rol spelen. Ter preventie van kwalen, om doktoren goedkoper en effectiever te trainen of zelfs als hulp bij genezing. Maar wil dit op grote schaal zichtbaar worden, dan  zijn veranderingen noodzakelijk. De huidige gamebedrijven in Nederland zijn vaak niet veel groter dan een man of 7 a 8. Die richten zich volledig op de bouw en het design. “Maar als je er een serieuze industrie van wilt maken dan heb je ook studio’s nodig met 100 of zelfs 1000 mensen in dienst”, stelt De Boer. En daar wil KPMG een rol in spelen. “We zitten natuurlijk in een crisis, maar wanneer je op zoek naar lichtpuntjes gaat, dan kom je uit bij de game-industrie. Die kan nog groeien en wij willen die groei ondersteunen.(…) Het zou goed zijn wanneer we in Nederland 20.000 nieuwe banen voor jonge mensen kunnen creëren in de game industrie. Ik denk dat we op die manier moeten denken. We moeten groot en internationaal denken.”

“De game industrie moet leren verder te kijken dan één game ”

Niet alleen omdat het goed zou zijn voor de Nederlandse economie als geheel, maar KPMG kan er zelf ook garen bij spinnen. De gamebedrijven zijn heel goed op creatief en technisch niveau, maar hebben vaak geen kaas gegeten van de zakelijke kant: boekhouding, belastingen, maar ook zaken als export. Zaken waar KPMG veel ervaring mee heeft en over kan adviseren. “Software exporteren is relatief makkelijk, maar toch gebeurt dat te weinig in de game industrie. Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze onvoldoende weten hoe. Wanneer je met 7 of 8 mensen bent, hoe pak je het aan? Hoe doe je zaken in Singapore of in de US? (…) Daar zijn wij goed in.”

En ook bij de introductie van serious games in de werelden waarvoor ze bedoeld zijn, kan KPMG een rol spelen. Veel boardmembers van traditionele bedrijven zijn geneigd om games niet serieus te nemen. Tot ze met eigen ogen zien wat ze ermee kunnen doen. Hoe ze ingezet kunnen worden en op welke manier er kosten kunnen worden bespaard. Daarbij speelt ook dat veel bedrijven helemaal niet zitten te wachten op een game, maar wel oplossingen zoeken voor gedragsveranderingen binnen de eigen organisatie. “Maar dat betekent dat je verder moet denken dan de productie van één game. Je moet het zien als onderdeel van een groter geheel. En wat ik zie is dat de game industrie problemen heeft om dat grote plaatje voor te stellen. Ze focussen zich op één game. Wij als bedrijf zien dat plaatje wel, maar zijn weer heel slecht in games bouwen. Daarom is die samenwerking zo belangrijk. Zo kunnen we een sprong voorwaarts creëren.”

“Nederland heeft een voorsprong op Amerika ”

Voor die sprong voorwaarts is het belangrijk dat er meer geld beschikbaar komt. KPMG participeert om die reden samen met andere bedrijven, de overheid en de provincie Utrecht in Growing Games. Een initiatief met als doel meer geld vinden waarmee de groei van de game-industrie kan worden gewaardborgd. Belangrijk, want wanneer dat geld er niet komt, is de kans groot dat Nederland  voorbij gestreefd wordt door ontwikkelaars van serious games uit bijvoorbeeld Amerika. “Wij hebben in Nederland de infrastructuur, we hebben de mensen, de opleidingen, we hebben allemaal breedband internet, dus we hebben alle ingrediënten om dit een succes te maken. Maar als je op het niveau blijft zitten we maken met een mannetje of acht een game en we hoeven niet te groeien, dan zijn we onze voorsprong over een paar jaar kwijt. En dan lopen er op events als Games for Health alleen maar mensen uit de US rond die over hun successen vertellen.  In plaats van dat wij als Nederlanders zeggen: we bouwen hier een game, maar zetten die zo snel mogelijk internationaal weg zodat miljoenen mensen het gaan gebruiken. Zodat straks miljoenen Amerikanen onze Nederlandse games spelen. Dat is geen onrealistisch scenario, maar het is wel onrealistisch wanneer we de volgende stap niet zetten en het niet naar een hoger niveau tillen.”

En past Games for Health zo goed bij KPMG. Er kunnen contacten worden gelegd, voorbeelden worden bekeken en klanten worden gewonnen. Waarbij het hogere doel, de groei van deze jonge industrietak, voorop staat.

Bekijk het hele interview (in het Engels)

 

Bekijk de overige 25 interviews:

(Een verslag van @daalder)