Tijdens iCross2014 op dinsdag 3 juni in Amsterdam deed Heleen van Lier, social media redacteur bij de Volkskrant, een boekje open over de nieuwe internetstrategie van de krant. Althans, dat was de bedoeling. De strategie was helaas nog onvoldoende af om al te kunnen presenteren, maar in grote lijnen komt het erop neer dat de Volkskrant binnenkort tijds- en platformonafhankelijk (op papier en online) gaat publiceren, dat nieuws gratis blijft en dat er alleen voor de toegang tot achtergrondinformatie betaald hoeft te worden. Goed om te horen. Opvallender vond ik echter de ‘Twitter-geboden’ voor redacteuren waar Heleen ons mee confronteerde.

Het eerste gebod: “Iedereen (lees: iedere redacteur of journalist) die met zijn naam in de krant staat moet een Twitter-account hebben onder zijn eigen naam (voor- en achternaam, eventueel met VK erachter als de naam al bezet is).” Daarna volgden geboden als “Tweet op zijn minst jouw eigen stukken die online staan”, “verwijs niet naar stukken van anderen, als wij het zelf ook online hebben staan”, “denk hierbij na over een aantrekkelijke aankondiging: niet cryptisch, wel teasend”, “zorg voor een goede profielfoto (geen logo’s en zeker geen eieren)”, “omschrijf je functie bij @volkskrant in je bio, maar zorg ook voor iets persoonlijks”, “ga handig om met mentions en hashtags”, “als je bij een breaking news event bent en je hebt tijd om te twitteren, doe dit dan” en “tease, maar geef geen primeurs weg”.

“Twitter-gebod van @volkskrant: iedere journalist of redacteur moet op Twitter”

Wat mij betreft allemaal goede en bruikbare richtlijnen voor het professionele gebruik van Twitter. Niet alleen voor redacteuren, maar voor iedere medewerker van iedere organisatie. Als het aan mij ligt, is het vanaf morgen voor iedereen verplicht om actief te Twitteren. Probleem is alleen dat een werkgever dit (grond)wettelijk gezien niet mag opleggen aan zijn medewerkers. Eind januari van dit jaar publiceerde het College Bescherming Persoonsgegevens nog een aantal do’s & dont’s bij het gebruik van persoonsgegevens van medewerkers. Hierin staat dat een werkgever een werknemer niet mag verplichten om zijn of haar persoonsgegevens op een sociale netwerksite te plaatsen.

Toen ik Heleen tijdens haar verhaal vroeg hoe de HR-afdeling van de Volkskrant hier tegenaan keek, was er helaas onvoldoende tijd om echt bij deze vraag stil te staan. Nu was de term “10 geboden” wellicht ook meer gekozen vanwege de connotatie dan dat de Volkskrant haar medewerkers echt verplicht om te Twitteren. Heleen gaf ook al aan dat sommige redacteuren zichzelf niet online bekend hoeven te maken, bijvoorbeeld omdat dit hun leven in gevaar zou brengen. En de ‘geboden’ zijn ook op een dergelijke luchtige manier geschreven (“Zeik niemand af!”), dat je ze waarschijnlijk met een korrel zout moet nemen.

“Regels opstellen omtrent zakelijk gebruik van sociale media: nog knap lastig”

Toch ben ik er vrij zeker van dat ik of mijn klanten er niet mee weg zouden komen als we dergelijke regels voor sociale media gebruik zouden opstellen. Als werkgever kun je medewerkers namelijk niet verplichten om een social media account aan te maken of zakelijk te laten gebruiken. Daarvoor zijn hun persoonsgegevens te goed beschermd. Ook kun je mensen niet zomaar verplichten om bepaalde content te delen. Medewerkers zouden hier namelijk aan het einde van het jaar op afgerekend kunnen worden en daarvoor heb je absoluut toestemming van een ondernemingsraad nodig. Heel vervelend als je dit allemaal in de praktijk wil gaan toepassen, maar we hebben er (in Nederland) nu eenmaal rekening mee te houden. Totdat de wet wordt aangepast natuurlijk…

Overigens is de Volkskrant niet de eerste krant die wil dat al haar redacteuren gaan Twitteren. In 2009, pleitte Bart Brouwers, toen hoofdredacteur bij Sp!ts, er al voor dat al hun verslaggevers actief zou worden op het microblogging platform. Ruim vijf jaar geleden schreef dezelfde Heleen van Lier het al op voor dezelfde Volkskrant. Bart en Heleen zijn allebei geen onbekenden van Fast Moving Targets, dus ik hoop van harte dat zij hun ervaringen als reactie op dit artikel willen delen.