Is een telefoon 1159 euro waard, luidde de vragende kop van het Parool woensdag. Want dat is de instapprijs van de nieuwe iPhone X. De telefoons van Apple zijn altijd relatief duur geweest, maar het Amerikaanse bedrijf gaat met het doorbreken van de 1000 euro lijn over een grens heen.

Over de waarde van een apparaat dat je de hele dag gebruikt, dat een enorm krachtige computer in zich draagt, dat onmisbaar in gebruik is geworden, kun je lang discussieren. Dat wil ik nu eens niet doen. Ik begin aan de andere kant. Ik begin bij mezelf.

Of in dit geval: ik begin bij mijn zoon. Hij had net een nieuwe voor hem peperdure telefoon van 600 euro gekocht, toen Lowlands aanbrak. In de laatste nacht van Lowlands is hij hem kwijtgeraakt, vermoedelijk is hij gerold.

Hij koopt geen vergelijkbare nieuwe meer. Het is hem te kwetsbaar. Hij is weer teruggevallen op zijn oude, met kapot scherm. Spotify, Snapchat en WhatsApp doen het, meer heeft hij niet nodig. Het is goed zo.

En wat zijn voor mij de onmisbare apps? Chrome, Mail, Facebook, Twitter, Instagram, Slack, Spotify, Waze. Tja, daar heb ik ook de duurste telefoon niet voor nodig. Dat kan iedere telefoon wel aan toch?

En ik ben ook nog eens slordig. Ik laat mijn telefoon vallen, ik laat mijn telefoon slingeren. Dat moet je niet doen met een apparaat van 1159 euro. Ik begin dus niet eens aan het beantwoorden van de vraag of de iPhone X 1159 euro waard is. Het is voor mij simpel: ik ben zelf zo’n ding niet waard.

Erwin Blom