Diverse sessies bijgewoond over conversationele user interfaces, AI, natural language processing en digital assistants. Overlappende dingen. Een paar observaties. Het ‘begrijpen’ (= fout woord, daarover later meer) door computers van taal gaat steeds beter. Sneller beter. Conversaties zijn prima mits voor juiste doelen, in passende context en met geschikte middelen ingezet. Er zijn verschillende soorten conversaties, dialogen – dit was voor mij heel waardevol en nuttig: op ver- schillende momenten van de dag, voor verschillende mensen, voor verschillende doelen (‘jobs to be done’, zegt een collega van me tot gek wordens toe dan, maar hij heeft gelijk) zijn er ook verschillende tools en soorten inzet van dialogen. Dus, soms spraak (heen resp weer!), soms getikte tekst, soms menu’s met keuzes, enzovoorts. Gericht op info, of op transacties, vraag-en-antwoord enzovoorts enzovoorts. Een heel scala aan mogelijkheden, nu geen tijd en ruimte dat uit te spitten, maar dat werd in die sessies deels wel gedaan, en dat was mij zeer welkom. Het generieke gepraat over conversaties en bots werd zo doorbroken. Wat heel goed is. Dingen worden specifiek. Net als de gesprekken over ‘AI’, die ook steeds specifieker en concreter worden – prijs de Heer!

Zelf denk ik dat Alexa, Siri, Google Assistant en zo – voice interfaces, dingen waar men tegen praat – heel bruikbaar zijn voor met name consumenten. Voor alledaagse dialoog-gestuurde interacties. Vooral voor huis-, tuin- en keuken- dingen. Dat vermoed ik. Om muziek aan te zetten, een weerbericht op te vragen en nog zo wat meer. Zoals Brad Adams van Google classificeerde: conversaties voor de morning routine, voor tijdens de commute, en voor winding down at night. Dat – helping users to get things done – illustreerde hij prima. Hij observeerde ook dat zoekgedrag ‘losser’ en menselijker wordt, dus dat bijvoorbeeld ‘cheap SF eat chinese’ nu ‘how about Chinese?’ wordt: van staccato schrijf- naar spreektaal. Find the moments where a bot can be assistive, aldus Adams. Nederlands als taal wordt door Google binnenkort – vanaf mei, begreep ik (?) – ondersteund. Ik moet nog zien of voice gaat werken voor zakelijke
of utilitaire toepassingen, waar meer data in de input zit. En een heel andere sfeer aan de orde is. Daar zie ik meer ruimte voor ‘typen’, vooralsnog. Dat kan op termijn zeker verschuiven, de gebruikers veranderen immers ook. Dit is wel een overpeinzing en gesprekje waard, maar het maken van onderscheid naar typen toepassingen is begonnen.
Dit en meer werd verder uitgediept in het praatje dat ik bijwoonde over de evolutie van de bot Eno van Capital One, een bank. Daar werd een meanderend leerpad gedeeld. Men wilde wel een ‘character’ voor de bot, waar onder andere een lmschrijver voor was ingehuurd. Maar die moest niet té menselijk zijn. En – natuurlijk – gender- neutraal. Jazeker. Mensen mochten ook emoji’s gebruiken om bijvoorbeeld een banktransactie te bevestigen, wat 50% schijnt te doen. Dat soort dingen.

Er was ook een sessie over evolutie van bots – prima. Die haalde het aloude Eliza nog aan – een therapeutisch ding van decennia terug – en er werd gesproken over hoe perceptive en gebruik van bots veranderen. Koeltjes zei iemand ‘bots took a bit of a hiatus after Clippy’ (herinnert men zich dat debacle nog?).

Michiel Buitelaar