Al in een vroeg stadium doorzag zelfuitgeroepen internetadvocaat Christiaan Alberdingk Thijm dat de komst van het internet grote gevolgen zou hebben voor de wereld van het recht. Want nu vrijwel alle muziek en films digitaal beschikbaar zijn, wie mag er dan wat mee doen? En dat is nog maar het begin. Mashups, de mogelijkheid tot embedden en vooral de komst van API’s waarmee diensten aan elkaar geknoopt worden; ze gooien bestaande regelingen omtrent vergoedingen, auteursrecht en privacy overhoop. Waarmee duidelijk wordt dat het tijd is voor een herijking. Alberdingk Thijm over aansprakelijkheid, privacyperikelen en de groeiende kloof tussen recht en technologie in Top Names.

Wat offline geldt, geldt online
Een willekeurige gebruiker upload auteursrechtelijk beschermde muziek op een website die gehost wordt door XS4ALL. Wie is daarvoor aansprakelijk? De gebruiker, XS4ALL of beide? Vanuit het traditionele auteursrecht bekeken geeft de gebruiker een signaal door, maar is het XS4ALL die dat signaal openbaarmaakt. Beide partijen zijn aansprakelijk, dus moet er twee maal voor betaald worden. Wat offline geldt, geldt online. Zo luidde de eerste wetgeving voor de digitale snelweg in 1998.

Maar online en offline zijn niet over één kam te scheren. En wel om drie redenen: internet is een medium zonder landsgrenzen, het materiaal is er gedematerialiseerd en naast professionele partijen kan nu ook de consument actief beschermd materiaal uitgeven. Dat vereist een verschuiving in focus van een beperkt aantal partijen die iets doen wat niet mag naar consumenten die met z’n allen iets doen wat niet mag.

Belonen in plaats van beschermen
Is dat een reden om het verspreiden van auteursrechtelijk beschermd materiaal te verbieden? Alberdingk Thijm is tegen: “Ik vind dat het auteursrecht moet worden toegepast om makers te belonen, niet om dermate te beschermen dat het hen onmogelijk gemaakt wordt hun materiaal te gebruiken. Een systeem dat alleen maar verbiedt moet je niet handhaven.” Daarom is Alberdingk Thijm tegen het verbodsrecht en pleit hij voor het vergoedingsrecht; het recht waarbij een heffing op beschermd materiaal wordt gedaan.

Privacyperikelen
Wanneer je auteursrecht onder consumenten gaat handhaven, dan stuit je onvermijdelijk op privacykwesties. Alberdingk Thijm weet er alles van: “Ik heb een zaak tegen de Nederlandse overheid gedaan waarbij ik voor stichting Privacy First pleitte tegen het opslaan van vingerafdrukken in een database. Het opslaan op chip is tot daar aan toe, maar het aanleggen van een database vind ik volstrekt onverantwoord.” Één van de kwesties waar Alberdingk Thijm zich zorgen over maakt, samen met de beveiliging van en de controle over de database.

Vele burgers hebben echter geen idee wat er van hen bekend is. Een ernstige zaak, aldus Alberdingk Thijm: “Transparantie is belangrijk binnen het recht van privacy. Alles moet te herleiden zijn tot iemand, tot een plek of tot een handeling. Dat is nu niet het geval.” Binnen Nederlandse bedrijven en ondernemingen groeit het bewustzijn rondom privacy wél, vooral sinds het College Bescherming Persoonsgegevens strenger is geworden in het handhaven van privacywetten.

De kloof tussen recht en technologie
Waar het recht ontwikkelingen in de werkelijkheid op de voet hoort te volgen, lijkt het gat tussen recht en technologie  inmiddels niet bij te benen. Volgens Alberdingk Thijm een reden om voorzichtig te zijn met het reguleren van specifieke technieken: “Het opnemen van specifieke technische maatregelen in de wet is lastig, want techniek verandert razendsnel. Efficiënter is het reguleren van de onderliggende norm, waarbij je steeds gedwongen wordt na te denken over de kwestie die je precies aan wilt pakken, waarom je die aan wilt pakken en de reden dat de regel er überhaupt ooit gekomen is.”

(Een verslag van Anke Hans)

 

Bekijk boven de samenvatting van vijf minuten en onder de complete aflevering.