Een jongensdroom. Zo beschrijft Erik Huizer zijn baan bij Surfnet, het bedrijf waar hij in 1988 – voor de eerste keer – ging werken. “Alles was nieuw en we hadden een duidelijk opdracht: koppel de Nederlandse universiteiten aan elkaar. Eén van mijn succesvolste projecten ooit.” Internet  zoals we dat nu kennen bestond nog niet. Maar de basis bestond al wel in Amerika. De opdracht: zorg dat de Nederlandse hogescholen, universiteiten en onderzoeksinstellingen verbonden worden. Op 17 november 1988 kwam het bericht binnen: “You are now connected.” Daarmee was de basis voor het internet zoals we dat vandaag de dag kennen een feit. 

“Ik werd gegrepen door de mogelijkheden. Tot die tijd waren alle verbindingen punt naar punt verbindingen, ofwel circuit geschakeld. Dus alle schakelaars moeten goed staan, net als bij het spoorwegnet. Internet is meer vergelijkbaar met de auto en wegen. Een pakketje moet zelf zijn eigen weg zien te vinden. Dus alles kan veel organischer gaan: je hoeft  niet  alles vooraf te plannen.” Dan is het wel belangrijk dat iedereen dezelfde taal spreekt. En waar dat op heel veel terreinen heel lastig blijkt, werkte dat met betrekking tot internet heel goed. IP is het internet protocol dat vanzelfsprekend is geworden. Maar de grenzen zijn in zicht.

“ Internet is een systeem dat in de lucht gehouden moet worden door mensen met kennis van zaken”

“We hebben het protocol 25 jaar geleden ontworpen met 4 miljard adressen. Dat leek heel veel, maar die zijn lang en breed op. Dus verdere groei komt in het gedrang. Je moet dus naar een nieuwere versie met meer adressen.”  Dat protocol bestaat al: IPv6. Sommige providers zijn er ook al op voorbereid. Zo draait XS4All op twee protocollen tegelijkertijd, maar het wereldwijd overstappen is een probleem. “Dat raakt de existentiële kern van het internet. Hoe breekbaar is dat? Wanneer doe je dat?” Vooral  omdat de organisaties die zich met de backbone van de internet bezig houden op vrijwilligers draaien. Het zijn idealisten die het internet voor iedereen toegankelijk wilden maken, zodat de wereld aan elkaar geknoopt werd. Een groep die wereldwijd nog steeds actief is, maar voldoende verse aanwas mist. En vervangen is door een jonge generatie die de kracht van het systeem dagelijks ervaart, maar de verantwoordelijkheid daarvoor mist.

Dat baart Huizer zorgen. “Een verschil met vroeger is dat techniek veel meer verborgen is vandaag de dag. Vroeger had je nog een modem. Dat maakte mensen bewust van het feit dat je eerst contact moet leggen, dat je dan internet op kan om daar email over te versturen. Nu zegt mijn dochter: geen internet, hoe kan dat nou?” Want internet lijkt er altijd te zijn, net als lucht. Maar het systeem moet wel in de lucht gehouden moet worden door mensen met kennis van zaken. “Je gaat op een gegeven moment kennis missen, ook in opleidingen is daar bijster weinig aandacht voor. Dat baart mij zorgen, want je wordt steeds meer afhankelijk van spullen en services uit het buitenland. Het is de vraag of je dat moet willen.”

“Internet is the great equaliser”

Afhankelijk van het buitenland, te weinig IP  adressen,  onvoldoende nieuwe mensen die hun tijd en energie in het systeem willen stoppen, maar dat laat onverlet hoe bijzonder het is dat zo’n belangrijk en vernieuwend systeem door vrijwilligers uit verschillende landen wordt gerund. “Qua structuur is het een soort verenigde naties, waar geen overheden aan de bovenkant zitten maar mensen die door de stakeholders worden gekozen en waar iedereen er het beste van probeert te maken. Inclusief beroepsprocedures. Volledig transparant.”

Dat heeft ook bijgedragen aan het succes. Dat zelfs na acceptatie door commerciële partijen alles open blijft. “Er zijn miljardenindustriën gebouwd op dit vrijwilligerswerk.”  Bedrijven die zich wel wat meer verantwoordelijk mogen voelen. “Als ik kijk naar de contribuanten van de Internet Society  dan zijn dat allemaal ict-bedrijven, die dus een direct belang hebben. Maar al die bedrijven die een indirect belang hebben, denk bijvoorbeeld aan banken, doen niks. Die zouden ook een morele plicht moeten voelen. Dat zou enorm helpen. Ook bij beveiliging.”

Ondanks de dreigingen die op de loer liggen, blijft Huizer onverdeeld enthousiast over internet. “Het is the great equaliser. Het biedt iedereen kansen ongeacht of je een arme of rijke achtergrond hebt. Als je toegang hebt tot het internet en je kunt lezen en schrijven, dan biedt dat internet je zowel kansen om kennis te absorberen als ook om jou ideeën in één klap wereldkundig te maken. Dat vind ik één van de mooie dingen.”

Ook het enthousiasme  en het idealisme waarmee het opgezet is blijft tot op de dag van vandaag zichtbaar. “Je ziet het in heel veel communities terug. Ook op Facebook heb je  veel communities met mensen die samenwerken aan de dingen waarin ze geloven. De spirit van het internet is dat mensen die elkaar hiervoor niet konden vinden, nu met elkaar contact hebben. Dat is mooi.”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.