Het Amerikaanse bedrijf Intel is met name bekend van de microprocessoren die in de meeste hedendaagse computers te vinden zijn. Technologie die je dagelijks ervaart, maar zelden ziet. Daarom is het des te opmerkelijker dan één van de vice-presidenten van het bedrijf, waar meer dan 100.000 mensen voor werken, cultureel antropoloog is. Genevieve Bell gebruikt haar achtergrond al vijftien jaar om te bestuderen hoe mensen technologie gebruiken, wat ze daaraan bevalt en wat ze frustreert. Met één doel: voorspellen wat mensen over circa 10 jaar willen doen met techniek. 

Dat voorspellen is niet nieuw voor Intel. Vijftig jaar geleden voorspelde Gordon Moore, één van de drie oprichters van Intel, de ontwikkeling van microprocessoren. Hij voorspelde dat die vrijwel elk jaar in snelheid zouden verdubbelen, terwijl de prijs gelijk zou blijven of zelfs zakken. Een voorspelling die tot op de dag van vandaag stand houdt en bekend staat als de Wet van Moore. Moore voorzag dat deze ontwikkeling grote gevolgen zou hebben voor computers en telecommunicatie. Ver voordat het werkelijkheid werd had hij het al over slimme auto’s en digitale horloges. Het enige dat hij niet had voorzien was het internet. “Het viel dan ook volledig buiten zijn framework. Maar het blijft bijzonder om te zien hoeveel hij  wel zag.” Met betrekking tot de toekomst die nog in het verschiet ligt doet Bell minder spectaculaire uitspraken dan Moore: “Over 3 tot 10 jaar lijkt het nog heel erg op de wereld van nu. De zaken die ons mens maken, veranderen heel langzaam en zijn consistent. We zijn ook al 200 jaar voor dezelfde zaken bang: ons werk, de taal, de cultuur, snelle veranderingen. Techniek verandert razendsnel, maar het wezen van de mens niet. Dus het grote spectrum is hetzelfde en daarbinnen zie je dingen schuiven: hoeveel draait het om mobiele apparaten? Waar zetten we data neer?  Hoe verloopt de interactie met apparaten? Nog steeds typen of per stem? Dat soort vragen. Intel heeft daar een visie op nodig om de juiste beslissingen te nemen.”

“Mensen wilden geen mobiele telefoon voordat die bestond”

Bell kijkt dus vooral naar mensen. “Ik zie het als een dialoog. We hebben een standpunt nodig over de technologie, de markt en de ervaringen en de relatie tussen die drie: de technologie, de mensen en de markt. Daar navigeer je tussen.” Voor mensen die technologisch voorop lopen is het soms lastig te zien dat voor het gros van de mensen het allemaal minder snel gaat. “Er zijn nog steeds mensen die vandaag dingen ontdekken waar wij al 3 tot 5  jaar mee aan de slag zijn. Dus iets is niet minder waardevol als het al een paar weken op de markt is. Waar ik altijd blij van wordt is hoe inventief mensen zijn en hoe slim ze technologie inzetten om de dingen waar ze echt om geven voor elkaar te krijgen. Het is heel lastig om aan mensen te vragen waar ze geld voor over zouden hebben als het er nog niet is. Mensen wilden geen mobiele telefoon voordat die bestond.” Dus is de manier waarop je moet onderzoeken wat er in de toekomst gedaan gaat worden met techniek best lastig.

“Je zult altijd zien dat je platforms bouwt die mensen voor totaal andere dingen gebruiken dan ze bedoeld waren. Dat geldt zelfs voor het internet. Dus de truc is dat je ruimte moet laten aan mensen om er zelf mee aan de gang te gaan. En je moet voortdurend bedenken hoe je nog beter kunt vragen wat mensen willen, zonder ze te vertellen wat de technische oplossing is. Hoe willen ze zich voelen? Welke ervaring willen ze graag hebben? Niet praktisch, maar bijna filosofisch.” Bevindingen van Bell worden vaak omgezet in prototypes. Niet met de bedoeling dat die ook werkelijk ooit geproduceerd gaan worden, maar om ideeën tastbaar te maken. Daarbij staan mensen vaak voorop. “Laten we niet beginnen met de technologie, maar met waar mensen om geven. Zodat we daar de passende technologie bij kunnen leveren. Voor mij is het interessant wat er uiteindelijk uitkomt.” Daarbij zie je dat mensen vandaag de dag soms ook minder technologie willen in plaats van steeds meer. “Er zijn momenten waarop je niet connected wilt zijn, of je niet alles wilt delen. En misschien moet de computer ook maar thuis blijven wanneer ik op vakantie ga. Dus meer balans. We hebben de tijd achter ons liggen dat alles nieuw en spannend was,  nu willen we weer iets meer de fysieke wereld en echte menselijke interactie. Voor Intel betekent dat we in ieder geval een gesprek hebben over de mogelijke consequenties: wat betekent het voor toekomstige vraagpatronen. Is het een trend of een moment? Praten we alleen in 2014 en 2015 over digitaal afkicken en zijn we daarna weer altijd online?”

“ Veel dingen zullen radicaal anders zijn op andere plekken”

Een ander interessant aspect aan het werk van Bell is het feit dat de wereld niet overal hetzelfde omgaat met techniek. “Denk bijvoorbeeld aan mobiele betalingssystemen. Die zijn geboren in Afrika. Al in 2000 kon je daar met je mobiel betalen. Het heeft lang geduurd voordat je dat in de ontwikkelde wereld terug zag, maar dat zie je nu wel. Dus je hebt ontwikkelingen en innovaties die plaatsvinden verspreid over de wereld en ik vermoed dat als verschillende volken en culturen het internet overnemen dat dat er niet overal het zelfde uit zal zien. Het zal niet om hetzelfde apparaat gaan, het netwerk zal er anders uitzien, de ervaringen zullen anders zijn. Veel dingen zullen radicaal anders zijn op andere plekken. Maar ook in stabiele markten veranderen dingen: gaan we naar mobiel eerst? We weten ook dat televisies en steden steeds slimmer worden. Dat zijn grote kansen en uitdagingen ook voor Intel. Wat betekent het om over een slimme stad te praten? Wat wordt er slim? Transport? Infrastructuur voor burgers of het bestuur? Dubai en Singapore zijn alle twee slim, maar totaal anders.”

Het gaat bij techniek vaak niet puur om de techniek, maar vooral om wat je ermee doet. “Er is een mooi voorbeeld in New Hampshire Vermont Amerika, waar de koeien via rfid-chips op hun oren draadloos zijn verbonden met internet. The  Internet Of Cows.  Dus je weet altijd waar ze zijn, maar die koeien kunnen ook zelf een melkmachine triggeren waardoor ze zichzelf kunnen laten melken. Het duurde niet lang voordat die beesten dat zelf ook door hadden. En wat  fascinerend is: in plaats van te kiezen voor 2 keer melken per dag, kiezen de koeien zelf voor 3 keer melken per dag. Dat maakte ze gelukkig. De enige reden waarom wij ze maar twee keer per dag melken is dat het handiger is voor ons, maar zij willen niet wachten. Dus de vraag is wat zal er nog meer veranderen wanneer je dingen zichtbaar maakt op een andere manier. Ik ken het antwoord niet, maar het is heel spannend. Smart koeien, smart katten, smart bijen. Wat weten we eigenlijk van de wereld? Wat zal er gebeuren wanneer hun wensen zichtbaar worden?”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.