In de begindagen van het internet, 1994, werd de AMS-IX geboren: een platform waar aangesloten partijen verkeer met elkaar uitwisselen. Ofwel een knooppunt waar aangesloten internetaanbieders hun netwerken aan elkaar verbinden. “Heel facilitair, heel basaal. Eén grote doos met allemaal draadjes erin en doordat ze op datzelfde apparaat zijn aangesloten, zien ze elkaar en kunnen ze potentieel verkeer met elkaar uitwisselen. We zijn één van de grootsten in de wereld met meer dan 750 aangesloten partijen”, aldus CEO Job Witteman. AMS-IX verwerkte in 2014 ruim zeven miljoen terabyte dataverkeer.

Dat mag allemaal wel zo zijn maar het is de structuur van de exchange die het bijzonder maakt. Begonnen als vereniging, nu ook een BV, hebben tot op de dag van vandaag alle aangesloten leden of ze nu groot zijn of klein een stem. Een weloverwogen stategisch besluit. “Die verenigingsstructuur was drempelverlagend voor partijen. Als we het commercieel hadden opgezet, dan was het mislukt, dan hadden partijen net zo goed capaciteit kunnen kopen van een ander. Maar juist omdat ze er over mee konden praten, hadden ze het gevoel dat het veilig was.” In de loop der tijd heeft de BV wel  een groter aandeel in het beleid genomen en gekregen. “Dat moet ook wel, we zitten nu in een commerciëlere omgeving en wij weten als exchange ondertussen wel beter dan de aangesloten partijen hoe die wereld in elkaar zit.” Maar de invloed van de leden blijft overeind.

“Als er iets mis gaat, is er altijd een mens bij betrokken.”

De dominante positie van de AMS-IX heeft het bedrijf ook te danken aan het liberale klimaat van Amsterdam wat betreft wet- en regelgeving. “We hebben vrijheid gehad om te bouwen. En we hebben het geluk gehad dat we begonnen zijn in het Science Park waar al internationale verbinden lagen. (…) Nederland was een proeftuin om diensten uit te rollen want het was een klein land en de investeringen waren beperkt. Zo konden partijen kijken wat we konden doen, internationaal gezien.” Daarbij heeft AMS-IX altijd een neutrale rol naar derden ingenomen. “Deutsche Telecom en France Telecom weigerden op elkaars grondgebied verkeer uit te wisselen. Dat is nog steeds zo en daar zaten wij  in Nederland natuurlijk fantastisch tussen. (..) We hebben altijd als argument gebruikt: we zijn gewoon het Zwitserland van het internet. Mensen begrijpen dan heel snel wat je zegt. We zijn neutraal, onafhankelijk, het is veilig hier. En dan heb ik het niet over tappen, maar gewoon het feit dat wij dat platform hebben gebouwd. Want ondertussen zijn we al 11 datacentra in Amsterdam en een enorme infrastructuur.”

Een infrastructuur die naar eigen zeggen staat als een huis. Dat is ook waar klanten voor betalen. Want AMS-IX is duurder dan veel van de concurrentie. “Waar wij ons mee onderscheiden is de kwaliteit: een 24-uurs dienst en alles dubbel uitgevoerd: we gaan gewoon niet stuk. En het feit dat de klanten nog steeds bepalen wat en hoe we het doen. Dus we zeggen: we zijn niet de goedkoopste, maar we stoppen er wel veel meer geld en energie in en de klanten die vinden het goed want die bepalen. (…) We hebben twee centrale switches, clusters van switches, fysiek ver uit elkaar dus met de beste wil van de wereld krijg je geen vliegtuig die allebei die dingen stuk kan krijgen. Een klant sluit bij ons niet aan op een switch, maar op een ‘photonic cross connect’, dat is een technisch verhaal, maar dat is een spiegeltje en dat wijst één kant op. Als er iets mis gaat om wat voor reden dan ook, dan slaat het spiegeltje door naar een andere kant en dan gaat het verkeer door over de andere kant van de infrastructuur. Dat staat allemaal standby. We hebben daar ongelooflijk veel in geïnvesteerd en heel veel geautomatiseerd om het menselijk falen zoveel mogelijk uit te sluiten. Dat is eigenlijk altijd de zwakke schakel, ook bij ons. Als er iets mis gaat, is er altijd een mens bij betrokken.”

“De overheid is een groter risico dan de techniek”

AMS-IX is lang onder de radar gebleven. “Dat was wel zo fijn, dan hoefde niemand zicht te verantwoorden.” Maar die tijd is inmiddels voorbij. Er moet nu met overheden worden gepraat over rampscenario’s. Voor internationale bedrijven kan de AMS-IX een extra reden zijn om zich in Amsterdam te vestigen. “Een partij als Cisco heeft Amsterdam gekozen omdat wij hier zaten. Je ziet dat gaming partijen nu naar Amsterdam komen, dat is echt in opkomst. Vanuit Amsterdam zie je de hele wereld. Vergelijk het maar met een Schiphol waar je zonder over te stappen naar 200 bestemmingen kunt vliegen. Zo moet je AMS-IX ook zien, nog veel meer dan 200 direct verbindingen. Dus dat is een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven. (…) De gemeente A’dam gebruikt dat echt als argument. Ze gaan op handelsreizen, maar ontvangen ook partijen die zeggen dat ze zich willen vestigen in Europa.  Die gaan dan Parijs, Amsterdam en Frankfurt met elkaar vergelijken, dan staan wij altijd wel op dat lijstje”

Toch ziet Witteman overheden ook als een groot gevaar. Groter dan het falen van het systeem. “De angst zit in wet- en regelgeving die opeens bedenkt dat het internet zo eng is en  dat de overheid daar grip op moet krijgen en kan controleren wie met wie.  Dat is eigenlijk een groter risico dan dat er eens een switch kapot gaat.” Gelukkig loopt het nog niet zo’n vaart. Verzoeken van overheden om data over te dragen worden simpelweg afgewezen. “We werken daar niet aan mee en dat weten ze.” Daarbij levert het aftappen van data bij één exchange maar een beperkt beeld op. “Het is een illusie om te denken dat je alles te zien krijgt als je bij ons op de exchange komt aftappen. Het is net als op een willekeurige grote rotonde in Nederland gaan staan, dan heb je ook niet al het verkeer wat van Groningen naar Maastricht gaat.” Toch ziet Witteman het als een belangrijke taak om de overheid op afstand te houden. “We zijn aan onze leden verplicht dat zij bepalen hoe de zaken gerund worden. Het is van hun en we doen het alleen maar in hun belang. We hebben maar één aandeelhouder. Als het een wettelijke verplichting wordt en die geldt voor alle exchanges, dan hebben we geen keus en dan leggen we dat uit, maar zo ver is het nog niet.”

Job Witteman is één van de geïnterviewden in het boek ’25 jaar internet in Nederland’ van Peter Olsthoorn. Meer verhalen over de onstaansgeschiedenis van Internet? Bestel het boek hier

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.