Steeds meer mensen wekken zelf energie op. Wanneer het gaat om méér energie dan zelf kan worden gebruikt, dan bestaat de mogelijkheid die stroom terug te geven aan het net. Maar om dat soepel te kunnen doen zijn zogenaamde smart grids noodzakelijk. Joep van Leersum van IBM houdt zich op Europees niveau bezig met die smart grids. Simpel gezegd moeten hoge pieken of diepe dalen vermeden worden. “Het net moet natuurlijk wel in balans blijven, anders hebben we met z’n allen een probleem. (…) Het moet slimmer worden zodat je vraag en aanbod veel beter op elkaar kunt afstemmen.  En het netwerk moet geschikt gemaakt worden maken voor meer capaciteit omdat de vraag en aanbod op het net groter wordt.”

Dat burgers zelf energie opwekken lijkt mooi. Het gaat namelijk altijd om duurzame energie. “Je hebt geen thuis kolencentrale staan, het zijn altijd duurzame bronnen.” En wanneer een paar mensen het doen en af en toe wat energie teruggeven aan het net is dat ook geen enkel probleem. Maar wanneer de aantallen groeien, gaat het al snel om grote hoeveelheden en bestaat de kans op onbalans. Terwijl huishoudens ook kunnen bijdragen aan het bereiken van een balans, zoals een pilot in de Haagse wijk Ypenburg laat zien. Daar hebben 350 huishoudens een warmtepomp. De energiemaatschappijen moeten vooraf voorspellen hoeveel energie zij uit wind gaan leveren. Wijkt de werkelijke hoeveelheid af, positief of negatief, dan volgen boetes. Dankzij het grid kunnen de warmtepompen helpen, door eerder aan – of uitgezet te worden, de energiemaatschappijen hun beloften te voldoen.

“Nog weinig financiële voordelen”

Nederland loopt in Europa redelijk in de pas qua zelf opwekken van energie door consumenten. In Amerika zie je dat ze daar in sommige staten al veel verder zijn. “Mensen doen het niet alleen vanuit de groengedachte, maar ook vanuit  zelfstandigheid en de onafhankelijkheid en die je hebt van centraal opgewekte energie. Wij hebben het geluk in Nederland dat we spreken over 22 of 23 storingsminuten per jaar, in Amerika heb je het dan al snel over uren. En dan heb ik het nog niet eens over andere landen waar het echt schering en inslag is dat de stroom eruit ligt. Dan is het fijn als je zelfvoorzienend bent.” En hoewel het hier ook in de lift zit zijn er nog wel een paar hebben te nemen. De wetgeving moet worden aangepast: er moet worden besloten wie er wat op het net mag zetten. “Een andere hobbel is toch het mainstream krijgen richting de consument.” Er gelden op dit moment nog weinig financiële voordelen, vaak een sterke prikkel, dus er moet worden nagedacht over andere prikkels. 

Vanuit een technologisch perspectief geldt dat er op dit moment in kleine pilots wel is bewezen dat de smartgrids kunnen werken, maar voor het ook op grote schaal kan worden toegepast zijn er dure aanpassingen nodig. Zowel op het net, als bij mensen thuis. Denk bij het laatste bijvoorbeeld aan zogenaamde slimme meters. Nu al in zo’n 700.000 huishoudens in Nederland te vinden, maar de bedoeling is dat het volgend jaar op grote schaal wordt uitgerold. “Het de bedoeling dat we mensen straat na straat, deur na deur zo’n meter aanbieden. Dat mogen mensen weigeren, maar de voordelen worden duidelijk gemaakt en dan denk ik dat het zeker goed komt.” In ieder geval verwacht Van Leersum dat over een jaar of vijf de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie naar de tientallen procenten gaat. En zeker wanneer daar veel individuen bijzitten is het belangrijk de smartgrids dan goed op de rails te hebben. “Dan moet je wel, want als het even gaat waaien of als er een wolk voor de zon weggaat  dan krijg je weer een stoot energie, als je over dat soort aantallen praat.”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.