Het verhaal achter Gitlab klinkt bijna als een sprookje. Het bedrijf maakt samenwerkingssoftware voor programmeurs, waardoor grote groepen samen aan dezelfde code kunnen werken. Begonnen in de Oekraine, opgepikt door Sytse Sijbrandij uit Utrecht die gitlab.com opzette en inmiddels gevestigd in San Francisco, waar het bedrijf na het doorlopen van het felbegeerde incubator programma van Y Combinator al meer dan 5 miljoen dollar aan investeringsgeld wist binnen te slepen. Tot zover mooi, maar helemaal prachtig wordt het wanneer je je realiseert dat open source de basis van het bedrijf is. “Gitlab is gemaakt door 800 mensen die code bij hebben gedragen.”

Het open source karakter van het bedrijf is een weloverwogen keuze. “Samen maak je het beter en daardoor krijg je software met meer functionaliteit voor een lagere prijs en dat is natuurlijk een aansprekend verhaal”, aldus Sijbrandij. Dat klinkt logisch, maar het blijkt in praktijk lastig om de kwaliteit van een open source project goed te houden. Een taak die cofounder en CTO Dmitriy Zaporozhets beheert. “We noemen hem soms ook wel Dr. No want hij moet voorkomen dat er slechte code binnenkomt. Op het moment dat je codebase slechter wordt dan is het voor de mensen die daarna komen veel moeilijker om een toevoeging te doen. Dus wat we ook doen: dat moeten we voorkomen. Dat doet Dmitriy al jaren heel goed waardoor we heel snel kunnen blijven ontwikkelen. We hebben elke maand een nieuwe release en daar zitten elke maand weer hele mooie nieuwe dingen in.”

“ We willen de grootste worden in deze markt en voor minder gaan we niet”

Ondanks het open source karakter van Gitlab, is het bedrijf opgezet om geld te verdienen. Het bedrijf heeft naast de gratis community edition ook een enterprise edition. “Daar zitten een aantal features in die voor wat grotere organisaties meer relevant zijn. Daar vragen we 50 dollar per gebruiker per jaar voor.” Sijbrandij erkent dat de twee poten soms kunnen wringen. Het is belangrijk om de community tevreden te houden, iets wat Gitlab tot op heden goed af lijkt te gaan. “Het is heel belangrijk om in ieder geval geen features weg te halen, dus je moet zorgen dat je open source versie nooit slechter is. Je moet zorgen dat die er even mooi uit ziet en even veilig  en even snel is. Ook is het belangrijk dat heel duidelijk is wat die paar dingen zijn waarvoor je moet betalen en dat dat dingen zijn die nooit door buitenstaanders bijgedragen zijn aan een project. Het zijn allemaal dingen die wij met geld van klanten hebben ontwikkeld en dat moet ook weer terugkomen zodat we weer nieuwe features kunnen ontwikkelen. Bij elke feature moet je dus hard nadenken: is dit iets wat in de community editie of in de enterprise editie moet. En in 95% van de  gevallen komt het in de community, daar zijn we heel zorgvuldig in. En als de community het soms niet eens is met een besluit dan kunnen we iets alsnog open source maken. Het is gewoon heel goed luisteren.”

Maar ondertussen moet er ook naar de betaalde klanten worden geluisterd. En willen die Gitlab serieus blijven nemen, dan is het noodzakelijk om de overgang van product bedrijf naar groei bedrijf te maken. Honderdduizend organisaties die Gitlab gebruiken en klinkende namen als betalende klanten, overtuigden de roemruchte incubator Y Combinator Gitlab toe te laten tot het programma. Iets waar het bedrijf veel aan heeft gehad.  De peer pressure plus de uitstekende workshops, sprekers, adviezen van ervaren mentoren hebben de ambities van Gitlab naar grotere hoogten gestuwd. “Toen we daar naartoe gingen hadden we zoiets van een mooi zelfstandig bedrijf is hartstikke mooi, maar je komt terug en je zegt: ik wil gewoon de grootste worden in deze markt en voor minder gaan we niet.” Daarbij is Y Combinator heel goed gebleken in het creëren van momentum. “Wat investeerders altijd doen: ze wachten af, want over een week weet je nog meer over een bedrijf. Dus het lastige is: hoe krijg je die urgency om wat te doen en dat doet Y Combinator perfect. Aan het einde laten ze je presenteren, een mooie gelikte presentatie voor 400 investeerders. Daarna wordt je belaagd door die investeerders. In één keer is er een fear of missing out die er anders niet is en een snelheid en een actiebereidheid die je anders, ook in Amerika zonder  Y Combinator, niet makkelijk kunt creëren.”

“ Het is onze ambitie om naar de beurs te gaan”

Met als gevolg: Gitlab haalde meer dan 5 miljoen dollar op. Het bedrijf verhuisde naar San Francisco. En het aantal werknemers steeg van circa 8 naar 30 op dit moment. En het einde van de groei is nog niet in zicht. “We willen nog heel hard doorgroeien. We zoeken op allerlei gebieden nog mensen: developers, service engineers, marketing en sales mensen. Die moeten de klanten gaan helpen, de software beter maken, nieuwe klanten gaan zoeken.” Daarbij staat het winnen van nieuwe gebruikers centraal. “Wij vinden het helemaal niet erg als ze onze gratis variant gebruiken: dan gebruiken ze in ieder geval Gitlab. Zolang ze Gitlab gebruiken zijn we onze vrienden. We vinden het dus nog veel belangrijker om mensen die nog geen Gitlab gebruiken te overtuigen. Dus we gaan de komende tijd veel harder op de trom slaan en mensen veel actiever benaderen.” Je zou bijna denken dat de investeerders druk uitoefenen. Sijbrandij ontkent. “Het zal je verbazen: ik heb wel een target voor het eind van het jaar met de investeerder afgesproken maar voor de rest valt het wel mee. Zij weten ook dat je nu niet kunt voorspellen dat je over een half jaar elke maand 10 of 20% groeit. Dat weten wij niet en zij  niet. Je kan wel een ambitie uitspreken. Het is onze ambitie om op termijn naar de beurs te gaan.”

Een beursgang is volgens Sijbrandij de enige manier om als bedrijf zelfstandig te blijven. “De investeerders willen een keer cashen en als je gaat liquideren dat wordt je overgenomen door een ander bedrijf en dan gaat misschien dat evenwicht dat we nu hebben met de open source versie verloren. Dat kun je door een beursgang in balans houden. Dat is de beste manier.(…) We geloven wel dat de beste manier om een grote impact te hebben op de wereld en te zorgen dat die open source variant het leidende ding wordt, zo’n commerciële aanpak is. We denken ook dat het beter is voor het bedrijf als we de community niet kwijt raken. Dus dat niet alleen de code open source is, maar het bedrijf ook zo werkt.” Voorlopig gaat het nog de goede kant op. “Zolang wij groeien is het allemaal goed en lachen de investeerders ons toe, maar als het slecht gaat dan worden de duimschroeven aangedraaid. Dus we moeten zorgen dat we blijven groeien. Dan blijven we in control.”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.