Het onlangs verschenen boek ‘E-Learning. Trends en ontwikkelingen‘ van blogger Wilfred Rubens vormde voor Top Names de aanleiding om een zogenoemde Google Hangout te organiseren. Dus niet de gebruikelijke uitzending met een gast in de studio, maar een online ronde tafel gesprek met vier gasten in de hangout.

Schrijver/blogger Wilfred Rubens, geschiedenisdocent Jelmer Evers, onderwijs consultant Karin Winters en ex-docent en adviseur Willem Karssenberg spraken onder leiding van Erwin Blom over de stand van zaken met betrekking tot e-learning. Technisch kan er inmiddels heel veel,  maar in de praktijk van alle dag  gebeurt er vaak nog weinig. Over het gapende gat tussen mogelijkheden en praktijk.

Volgens Karin Winters is het helder: “Wanneer je nu als docent voor de klas staat en je gebruikt nog geen ict in je onderwijs, dan denk ik dat je een andere baan moet gaan zoeken.” Willem Karssenberg brengt het voorzichtiger: “Er zijn nu zoveel mogelijkheden dat je wel gek zou zijn wanneer je daar geen gebruik van maakt. (…) Er ligt zoveel moois op de plank . Wat mij altijd verbaas is dat docenten wel in staat zijn geld over te boeken middels de computer of een vakantie te boeken via internet.”

Maar docent Jelmer Evers is het daar niet mee eens: “Ik denk nu aan mijn oude docent Nederlands: ik heb heel veel aan die man gehad. Maar als hij met e-learning en ict aan de slag had moeten gaan, had hij dat niet gedaan. Dan was hij het onderwijs uitgegaan. Dat betekent een verlies voor het onderwijs. Dat moet je niet willen.”  Wat je wel moet willen is dat ict in het onderwijs en e-learning toe gaat nemen, al was het maar omdat je op die manier leerlingen individueler kunt bedienen.  Maar waar alle vier de sprekers het over eens zijn: het gaat langzaam vooruit, maar er is er nog een lange weg te gaan.

“We hebben een mooi beroep”

Het is ook complex. Wat duidelijk is dat het begint bij visie en kennis bij  de leiding van een school. Daaruit vloeit voort dat docenten ook de kans moeten krijgen om deskundigheid op te doen en op zoek te gaan naar goede content. Tot slot is ook de technische infrastructuur op scholen doorslaggevend. “Ik snap best dat docenten huiverig zijn om ict in te brengen. Als je kijkt hoe zij worstelen met een draadloos netwerk op een school. Dat je van je 50 minuten les 10 minuten bezig bent voordat de technologie het eindelijk doet. Ik kan me voorstellen dat je daar als docent moedeloos van wordt”, vertelt Wilfred Rubens.

Daar is Willem Karssenberg het roerend mee eens: “Het is niet of het één of het ander, het is alles: deskundigheid en visie, infrastructuur en goed materiaal. En liefdewerk oud papier, docenten die dan op hun vrije zondag zelf maar aan de slag gaan, dat zou niet moeten. We hebben een mooi beroep  en we moeten er goed mee omgaan.” Dus moeten scholen voor goede randvoorwaarden zorgen: een werkend draadloos netwerk, de juiste apparatuur en ruimtes waar je ook zicht kunt houden op wat leerlingen achter hun computer aan het doen zijn. Er moet ook tijd vrijgemaakt worden voor docenten om kennis op te doen. “Een schoolleiding moet een duidelijke sturende rol hebben: het gebruik bevorderen, maar ook daad bij het woord voegen. Je ziet te vaak  studiedagen die dan geopend worden door de directeur, die vervolgens zelf na de opening weggaat omdat hij een belangrijke vergadering heeft. Daarmee geeft hij een signaal dat hij het eigenlijk niet zo belangrijk vindt.”

“Veel meer mee spelen”

Maar zelfs als scholen al hun zaakjes keurig op orde hebben, dan blijft het niet eenvoudig. “Het is niet one size fits all”, aldus ervaringsdeskundige Evers. Zo vereisen de zogenaamde stapelvakken als wiskunde en talen, vakken waarbij een bepaalde volgorde van leren van belang is, heel andere didactiek dan de zaakvakken. “Daar kun je echt veel meer mee spelen.” Zo maakt Evers zelf mee dat er leerlingen zijn die al in een tweede klas examen geschiedenis zouden kunnen doen. In zijn ideale wereld wordt dat ook mogelijk. Maar in praktijk stuit dat op bezwaren. Zowel van ouders als van de overheid.

Veel ouders zullen er niet blij mee zijn wanneer hun kinderen niet langer op school worden verwacht en zelf mogen bepalen waar en wanneer ze leren. School functioneert toch ook een beetje als kinderopvang. En ook de overheid houdt tot op heden vast aan onderwijsuren. “We zitten met de onderwijstijd, de overheid laat veel dingen niet toe. Binnen school zelf mag het wel, maar je mag geen leerlingen naar huis sturen om daar te gaan leren”, aldus Evers. En dan is er ook nog het probleem hoe zelf leren gevalideerd moet worden “Hoe tel je ervaring die is opgedaan mee? Het valideren daarvan is lastig. Het vraagt om systeemverandering”, aldus Rubens. Maar zover is het nog niet en dus is de speelruimte beperkt. Wat niet wil zeggen dat er niet veel meer gedaan kan worden. Het is van belang om vol te houden. “Doorgaan!”, aldus Karin Winters.

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.

Bekijk boven de complete aflevering.