De technologie is pas twee maanden op de markt: een met een wifi router vergelijkbare techniek die het mogelijk maakt om apparaten in een straal van 5 kilometer aan het internet te verbinden. Kosten: 1000 euro per kastje. Pluspunten: één kastje kan 10.000 apparaten ondersteunen en de batterij gaat zeker twee tot drie jaar mee. Ondernemer Wienke Giezeman zag direct kansen en nam het initiatief voor The Things Network, een wereldwijd open toegankelijk internet of things in aanbouw.

“Met tien kastjes kunnen we heel Amsterdam dekken met bereik van het netwerk. Dat kun je commercieel doen, maar het is leuker wanneer mensen  of organisaties in de stad zo’n apparaat kopen en en hun verbinden met het internet. Dan gaan we software schrijven zodat al die apparaten met elkaar gaan samenwerken. We gaan een heel netwerk maken, eigenlijk vanuit het gedachtengoed hoe internet is ontstaan.” Inmiddels staan er alleen al in Amsterdam zo’n 10  zender/ontvangers, aangeschaft door diverse enthousiastelingen, en zijn er 10 programmeurs op vrijwillige basis bezig toepassingen te bedenken. Concreet voorbeeld: een balletje met een sensor dat je in je bootje legt. Komt er water in de boot en gaat het balletje drijven dan ontvang je automatisch een sms. Wanneer je het woord ‘hoos’ terug sms-t komt hoosjebootje.nl direct langs om je bootje van water te ontdoen. 

“Technologische overvloed creëert innovatie ”

Het hoosjebootje voorbeeld is maar één van de toepassingen die mogelijk zijn met een internet of things. De stad als geheel zou er ook baat bij kunnen hebben. “Een gemeente wil weten: wat is de status van een stad. Staat er wel of geen auto? Is de prullenbak vol of leeg? Doet deze lamp het wel op niet? Is het hier nat of is hier een verzakking? Nu zijn er allemaal mensen die rondjes rijden of varen om dat te onderzoeken. Maar straks praat elke lantarenpaal  in de stad via een appje met de gemeente. Daardoor zie je automatisch wanneer er een paal kapot is. Dus dan ben je niet meer afhankelijk van een bewoner die dat meldt of een toevallige ambtenaar die daar langs rijdt, maar dan weet je dat direct.” Klinkt misschien mooi, maar je zou ook kunnen denken dat gaat vele ambtenaren hun baan kosten. “Of je de wereld er beter mee maakt ik weet het niet, maar ik heb de overtuiging dat technologische overvloed innovatie creëert en uit het verleden hebben we geleerd dat dat ons leven vrijwel altijd beter heeft gemaakt.”

Ondertussen werkt ook de KPN aan een netwerk. Een commercieel netwerk wel te verstaan, waar gebruikers moeten betalen voor toepassingen maar dus ook een beroep kunnen doen op de betrouwbaarheid van de dienst. Giezeman onderkent het verschil. “Ik denk dat je het goed kunt vergelijken met Linux en Microsoft. Linux is een Open Source besturingssysteem dat iedereen kan gebruiken. Als er iets kapot gaat dan mag je het zelf fixen. Het is helemaal open dus je hebt ook alle mogelijkheden om het te fixen Niemand houdt je tegen, maar je kunt er niet iemand op afrekenen. En dat kun je met Microsoft wel.” Dat laatste kon wel eens de doorslag geven bij bedrijven om toch voor KPN te kiezen. “Wij geloven dat als dit zich door zet dat wij dusdanig veel van die zenders hebben waarmee je dezelfde quality of service gaat bereiken als een operator. Linux werd in het begin ook gedragen door een handjevol mensen en nu zit er zo’n enorme redundantie in de ondersteuning vanuit de open source community dat het ontzettend solide is. Dus dat is de aanname die ik met dit netwerk ook heb.”

“ Waar eindig je”

Om het netwerk te versterken heeft Giezeman ook plannen met een eigen apparatuur op de markt te komen. Op 1 oktober zal er op Kickstarter een campagne gaan lopen. Doel: voldoende geld bijeen te brengen om een systeem te bouwen dat niet 1000, maar slechts 200 euro zal gaan kosten. “Dat betekent dat we dus een veel fijnmaziger netwerk gaan maken en ook een veel hogere bandbreedte kunnen ondersteunen. Dan is voor ons dus de vraag: waar eindig je? Ga je eindigen als Linux: dat mensen je installeren en je gewoon betrouwbaar bent,  of blijf je eigenlijk meer een soort van gratis hackers netwerk. Wij mikken onze pijlen natuurlijk op het eerste, maar als je een wereldwijd dekkend netwerk voor alleen mensen die ermee ontwikkelen realiseert zou dat ook mooi zijn.” Dat de toekomst internationaal is staat voor Giezeman vast. “Tot mijn grote verbazing is er nog helemaal niemand die dit internationaal heeft gedaan.” Hét moment dus om in dat gat te springen. 

“Wat we deze week gaan lanceren is een campagne site. Dan krijg je eigenlijk net zo’n site als we al hebben gelanceerd, maar dan voor jouw regio en dan kun je met een content management systeem je hele eigen campagne runnen. Dan blijft het wel enigszins binnen onze visie. We zullen ook internationaal nieuwe pr doen, zodat er overal over de wereld weer nieuwe campagnes starten.”  Niet dat dat heel hard nodig is. Na één positief artikel op the Next Web stroomden de reacties binnen. “Ik loop nog steeds achter met mijn mails. En opeens was er iemand in Sidney die zijn eigen campagne op basis van The Things Network was gestart. Net als in São Paulo, Boston, Manchester, Zuid-Afrika, Bosnië, Irak, Syrië. In Nederland gaan er mensen in Eindhoven, Den Haag, Den Bosch en  Groningen beginnen. Dus dat zijn allemaal mensen die kiezen voor open source en zeggen dit is super mooi. Wat ook prachtig is is het gevoel van: we doen dit met elkaar. Ik hoef eigenlijk maar een heel klein beetje te doen en dat heeft een enorme impact.”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.