In de jaren ’90 zat Gijsbregt Brouwer in de Nederlandse langlaufselectie. Door de opkomst van digitalisering en sociale media in het bijzonder werd hij naast sportfanaticus tevens mediafanaticus. Nu blogt hij op Sportnext.nl en werkt voor bonden en sponsoren als Rabobank en Delta Lloyd. In Top Names schetst hij Erwin Blom en Roeland Stekelenburg een beeld over de stand van zaken in de wereld van sport 2.0.

“Je hoeft als sporter niet continu te tweeten”

Er heerst anno 2012 nog veel angst rondom het gebruik van sociale media, zowel bij bonden, organisaties als bij atleten zelf. Die angst wordt gevoed door het idee dat het gebruik van bijvoorbeeld Twitter veel tijd in beslag neemt, hetgeen Brouwer onmiddellijk ontkracht: “Je hoeft als sporter niet continu te tweeten. Plaats één of twee keer per dag iets leuks; daar maak je duizenden fans blij mee. Dat is meer waard dan de vermeende rust die je krijgt als je je dat ene tweetje bespaart.”

“Sponsoren stellen in toenemende mate sociale eisen aan sporters”

Ondanks angst en vermeend tijdgebrek stellen sponsoren anno 2012 hogere eisen aan het social media-gebruik van sporters. En Brouwer bereikt dat. Is dat een goede zaak? Brouwer: “Je kunt niemand iets verplichten. Maar het verhoogt wel de amusementswaarde van sport.”

Een voorbeeld van de manier waarop social de waarde van sport kan verhogen is het virtuele Olympisch platform “Van begin tot goud” dat Brouwer met de Rabobank ontwikkeld heeft; een aggregatieplatform dat sporter en supporter via sociale media dichter bij elkaar brengt.

Naast de amusementswaarde van social is zichtbaarheid op sociale platformen ook wel degelijk van belang voor individuele atleten. Daarmee verhogen ze bijvoorbeeld hun contract met sponsoren.

“Communiceer met je publiek, dan komt de rest vanzelf”

Sociale media vormen een heikele ontwikkeling voor clubs, want hun directe relatie met sporters wordt diffuser en genetwerkt. Van Persie wordt een mediamerkje waarmee fans zich verbonden gaan voelen, in plaats van met Arsenal. Het internet maakt het mogelijk individuen aan elkaar, aan sporters of aan clubs te koppelen. En dat is precies wat bonden, sponsors en clubs volgens Brouwer zouden moeten omarmen: “Ze zouden moeten beseffen dat het niet om henzelf gaat. Met die insteek maak je jezelf overbodig. Het gaat om de mensen die hen mogelijk maken: bij Feyenoord de jeugd die talenten voortbrengt, bij de Rabobank de mensen die van wielrennen houden en de mensen die op de tribune zitten. Als je met hen communiceert hoe zij zelf communiceren en het hen naar hun zin maakt, dan komt de rest vanzelf.”

 

(Een verslag van Anke Hans)

 

Bekijk boven de samenvatting van vijf minuten (door Thierry van Remortel) en onder de complete aflevering.