Het is een regelmatig terugkerend verhaal, dat van de uitgevers die klagen dat de publieke omroep op internet oneerlijk concurreert. Ook vandaag weer haalden de Telegraaf, de Volkskrant en NU.nl uit. Nu richting NOS dat oneerlijk zou concurreren in de wereld van online nieuws.

Voor mij is het simpel. Als je vindt dat een publieke omroep belangrijk is, dat moet die publieke omroep alle middelen kunnen inzetten om haar taak te vervullen. Dan is er geen verschil tussen, radio, televisie of internet. Als de publieke omroep oneerlijk beconcurreert, dan doet ze dat overal. Het is voor mij alles of niks. Niet internet los van de rest van de discussie trekken.

Voor mij is de vraag dan ook fundamenteler. Waarom hebben we een publieke omroep? Is dat idee van deze tijd en is dit concept houdbaar?

Korte versie: nee.

Lange versie: …

“De tijd van schaarste ligt ver  achter ons”

Een deel van mijn geschiedenis ligt bij de publieke omroep. Ik werkte voor KRO, Vara en VPRO. Maar ook als kijker, lezer en luisteraar draag ik de publieke omroep een warm hart toe. Bijvoorbeeld, de meeste tv-programma’s die ik kijk, zijn door publieke omroepen gemaakt. Dus voor de goede orde: ik hou van de publieke omroep.

Maar dat wil niet zeggen dat ik geen vraagtekens bij het huidige systeem plaats.

Dat we een publieke omroep hebben, heeft een geschiedenis in een tijd van schaarste. Toen er beperkt mogelijkheden waren om uit te zenden en productie en distributie duur waren, zag de overheid een rol voor zichzelf weggelegd om inhoud mogelijk te maken en distributie te reguleren.

Die tijd van schaarste ligt ver achter ons. Het is niet meer duur om een verhaal te vertellen met productiemiddelen als camera’s en montagesets die goedkoop zijn geworden. Het is niet meer duur om dat verhaal te distribueren dankzij het internet.

Als we nu geen publieke omroep zouden hebben, zou niemand het idee opperen om er een te starten. Het huidige systeem is op termijn dan ook onhoudbaar.

“Ik kan me niet voorstellen dat dit systeem overeind blijft”

In de toekomst zal de overheid natuurlijk geld blijven vrijmaken voor doelgroepen die bediend moeten worden en voor genres die in een klein taalgebied anders niet gemaakt zullen worden. Maar of die versterking dan moet uitkomen bij een publieke onderneming is dan de vraag. Veel logischer is het dat iedereen met een goed plan en bijpassend verhaal dan aanspraak kan maken op die middelen. Of dat programma of die site dan onderdak vindt bij Geen Stijl of RTL of VPRO is dan van secundair belang. Waar het om gaat is dat de doelgroep op de juiste manier wordt bereikt of dat de programmavorm onderscheidend is en het zonder steun zwaar zou hebben.

Ik heb hier veel en vaak over nagedacht en kan me niet voorstellen dat dit systeem overeind blijft. Hoeveel ik ook van de VPRO hou en hoe graag ik ook naar DWDD of Pauw en Witteman kijk en hoe regelmatig ik de site van de NOS ook bezoek. En zoals ik op Twitter zei: ik betaal met liefde 100 euro per jaar aan bijvoorbeeld de VPRO voor mooie inhoud.