Het concept is simpel: nodig drie mensen uit met kennis op een specifiek onderwerp. Geef ze alledrie een minuut of 20 om hun verhaal te vertellen. En laat het aanwezig publiek vragen stellen of hun eigen ervaringen delen. Dat is de formule van How We Do It, de onregelmatig terugkerende serie van Fast Moving Targets. Afgelopen vrijdag opnieuw een zeer geslaagde editie, ditmaal over communities. Oftewel: hoe kun je publiek betrekken bij wat je doet. Liane Mosselaar van de 1%Club, Robert van Hoesel van Bliep en Barbera van den Berg van Roamler vertelden hun verhaal.

“Veel moeite doen voor mensen die al binnen zijn”

 

Voor de 1%Club, de organisatie die mensen vraag 1% van hun tijd of geld of kennis bij te dragen aan ontwikkelingshulp, is de community heel belangrijk. Omdat de organisatie het voor een belangrijk deel moet hebben van de actieve inzet van mensen, wordt er veel tijd gestoken in de acrieve deelnemers. De 1%Club heeft in Nederland 14.000 geregisteerde leden waarmee inmiddels 450 projecten zijn afgerond. De organisatie is actief op Facebook en Twitter.

Communitymanager Liane Mosselaar benoemt vier speerpunten: ken je mensen, geef ze altijd een warm welkom, spreek ze aan zoals ze willen (dus niet formeel of afstandelijk) en hou ze tevreden. En dus worden mensen zoveel mogelijk persoonlijk benaderd. Ook als ze al ‘binnen’ zijn. “Je ziet dat veel grote bedrijven mensen binnen halen en niks meer voor hun doen als ze klant zijn. Wij doen ook veel moeite voor mensen die al binnen zijn”, aldus Mosselaar.

Ter illustratie laat ze een filmpje van de zogenaamde toeteractie zien. Via de website van de 1%Club was het kantoor van de organisatie te zien. Bij elke bijdrage, bij ieder nieuw lid, ging er heel hard een toeter af en begonnen aanwezigen te dansen om de waardering duidelijk te maken. En in mei van dit jaar hebben de 800 meest actieve leden als dank een persoonlijk kaartje ontvangen. Maar soms zit het ook in de kleine dingen. Zo zul je, wanneer je belt met de 1%Club, nooit een bandje krijgen en mag iedereen die wil altijd langskomen.

“Je moet niet bang zijn om sommige mensen meer aandacht te geven dan anderen”

 

Robert van Hoesel was tot voor kort marketingmanager van Bliep, de telecomprovider voor en door jongeren. Bij Bliep kun je voor 50 cent per dag onbeperkt internet en sms kopen en beslis je per dag of je daar behoefte aan hebt. “We laten jongeren over alles meebeslissen, meepraten en meedoen”, aldus Van Hoesel, zelf met zijn 20 jaar binnen Bliep al aardig op leeftijd ;-).

Bij Bliep is de community niet bedacht, maar spontaan ontstaan. Omdat het marketingbudget beperkt is, wordt alles geregeld door de community, die op dit moment bestaat uit zo’n 100 tot 120 actieve Bliepers, verspreid over zo’n 20 verschillende Facebookgroepen. ”Het is een beetje een chaos aan het worden”, constateert Van Hoesel. Maar tegelijkertijd is hij enorm enthousiast over de constante stroom van energie en de plannen die daar voortdurend uit voortkomen.

Zijn belangrijkste tip: “Creëer schaarste.(…) Je moet niet bang zijn om sommige mensen meer aandacht te geven dan anderen.” Doordat niet iedereen automatisch tot de harde Bliep-kern kan doordringen, al is het maar omdat niet iedereen van alles op de hoogte wordt gehouden, is het een gewilde positie. “Veel mensen willen erbij horen.” En daar moet Bliep het van hebben. Een grote uitdaging van Bliep: de losse structuur die organisch gegroeid is bestendigen. “Je moet enorm veel vertrouwen hebben, want  je gaat ook vaak op je bek. De losse structuur zorgt voor instabiliteit, als onze Bliepers het ergens niet mee eens zijn, dan bestaan we morgen niet meer, maar geeft ook kippenvel. Er gebeuren mooie dingen die met meer structuur vermoedelijk geen kans hadden gekregen.”

“Snel, eerlijk en transparant”

 

Ook Roamler is volledig afhankelijk van de inzet van de community. Mensen die via een invite worden toegelaten tot de familie van Roamlers vervullen foto-opdrachten tegen betaling. Zo wilden fabrikanten van babymelk zien hoe hun voorraad er in de Nederlandse supermarkten voor staat. Die opdracht wordt via een app verspreid en wie geïnteresseerd is meldt zich en gaat aan de slag. Het is de taak van Barbera van den Berg om de actieve community levendig te houden.

Van den Berg ziet grote overeenkomsten met Bliep. Ook Roamler creeëert schaarste: niet iedereen mag zo maar mee doen. “We hebben zo’n 10.000 registraties. Maar daarvan is zo’n 60% niet meer actief. Daar stoppen we dan ook geen aandacht meer in.” Van den Berg ziet toe op het het evenwicht tussen het aantal opdrachten en de hoeveelheid actieve Roamlers. Het streven is dat iedereen die meedoet circa 20 euro per maand kan verdienen. De Roamlers worden benaderd en behandeld als werknemers van het bedrijf: “Snel, eerlijk en transparant.”

De beloning bestaat uit een financiële vergoeding en zogenoemde ‘experience points’. Hoe meer punten, hoe hoger het level waarop iemand functioneert. En hoe hoger het level, hoe meer voordelen. Zo krijg je in level 4 bijvoorbeeld twee invites om zelf weg te geven en krijg je eerste keus of je een opdracht wel of niet wilt doen. Ook krijgen de hogere levels wel eens een bedankkaartje thuis. Maar in principe mag iedereen meedenken en meepraten over het bedrijf. Dat kan op Facebook of Twitter en sinds kort ook op Google+, “Maar daar gebeurt nog weinig.  (….) Veel mensen denken mee over van alles en nog wat. En je ziet ook dat ze elkaars vragen beantwoorden.” Binnen de app kunnen Roamlers onderling contact hebben. “Zo hebben we ook vriendschappen zien ontstaan.”

Een verslag van Leonieke Daalder.