Even terugblikken. Even samenvatten. Wat hebben de afgelopen twintig jaar internet voor bewegend beeld betekend? Voor video, voor televisie? Het opheffen, het stopzetten van de kabelraden symboliseert de veranderingen. Afgelopen zaterdag was de laatste conferentie van de instelling die het publiek een stem gaf bij het aanbod van kabelaars. De schaarste moest goed en verstandig bewaakt worden. Maar die schaarste is er niet meer. En internet speelt daar een belangrijke rol in. Welke andere ontwikkelingen hebben we gezien door internet? Ik zette het zaterdag op rij.

“Van schaarste naar overvloed”

20 jaar geleden was het aanbod op televisie beperkt. Commerciële tv stond nog in de kinderschoenen. Daarna nam het kijkaanbod snel toe door de mogelijkheden van digitale televisie, maar de echte explosie kwam van internet en meer specifiek YouTube. Iedere minuut wordt  100 uur nieuwe video toegevoegd aan de site. Als je een dagje niet gekeken hebt, heb je 144.000 uur nieuwe inhoud gemist. Natuurlijk veel onzin, maar ook veel parels. Van colleges van professoren tot uitlegvideo’s voor werk of hobby tot grappige filmpjes van jonge makers met miljoenen abonnees op hun kanalen.

“Van lineair naar on demand”

Lineaire televisie blijft belangrijk. Niet alleen omdat het waardevol is om belangrijke momenten en evenementen te kunnen aanschouwen op het moment dat ze plaatsvinden, maar ook omdat de mens een lui dier is. Als het aanbod op regulaire kanalen goed genoeg is, is de behoefte op zoek te gaan naar on demand inhoud beperkt. Maar als de tv teleurstelt, is het risico van definitief afscheid groot. Bijvoorbeeld: als de VPRO met me afspreekt dat ik de nieuwe serie van Breaking Bad iedere zondag om 23 uur kan zien, dan wil ik daar op kunnen vertrouwen. Als er dan opeens schaatsen op de buis blijkt, zijn ze me kwijt naar Netflix. Daar weet ik wat ik krijg. Volgens een artikel op NU.nl heeft Netflix in maanden voeten aan de grond gekregen. Al 6% van de Nederlanders zou de dienst al gebruiken. Of gratis kijkers ook naar betaalde kijkers convergeren vertelt het verhaal nog niet.

“Van lokaal naar internationaal”

Lokale cultuur blijft belangrijk. Mensen willen ook verhalen die wat vertellen over hun eigen cultuur, over de wereld om hen heen. Vroeger was dat het exclusieve domein van op Nederland gerichte kanalen die de boel met internationale films en series verrijkten. Die series komen nu meer en meer rechtstreeks uit het buitenland onze huiskamer binnen. HBO en Netflix hebben niet meer per sé kabelaars nodig om hun waar aan de man te brengen. Via internet kunnen ze dat zelf. En dus is de barrière om Nederland in te komen laag geworden. En dus zullen veel meer buitenlandse partijen zich roeren. Andersom biedt het Nederlandse partijen ook kan om andersom de boer om te gaan. BravaTV is  een voorbeeld van een Nederlands initiatief met een internationale aanpak.

“Van soms naar altijd”

Weet je nog oudje, toen er ‘s middags alleen op woensdag en zaterdag tv was 😉 Nu is er altijd een overdaad, altijd een overkill, maar dus ook altijd wat en voor een ieder wat wils. Internet is de grootste verzameling film en tv denkbaar. En dan ook nog eens spelen partijen slim in op onze wens om altijd te kunnen kijken. Wie zijn Netflix op tv op pauze zet en even later zijn iPad aanslingert, merkt dat ie gewoon verder kan kijken waar ie gebleven is.

“Van alleen naar samen”

Ooit was tv een sociale bezigheid, met de familie voor de buis. Gaandeweg met meer aanbod en goedkopere tv’s is dat veranderd. Hebben kinderen tv’s op hun kamers, staat er zowel een tv in de woon- als in de slaapkamer en is het kijken ook meer een persoonlijke aangelegenheid geworden. Twitter heeft televisie weer een heel ander sociaal karakter gegeven. Dankzij Twitter heb je het gevoel dat je samen kijkt, ook als je alleen voor de buis zit. Samen kletsen, samen meningen gegeven. Watching Alone Together. Top Names zou voor ons niet hetzelfde zijn zonder Twitter. De hashtag #fmt zorgt ervoor dat we waardevolle input van kijkers krijgen en dat het programma community tv wordt. Voor dat aspect blijft een live uitzending dus belangrijk.

“Van duur naar goedkoop”

Toen de Vara voor  Consumenten TV ooit een studio inrichtte kostte dat 250.000 euro. Dat was goedkoop voor televisie. De studio van Fast Moving Targets kost 15.000 euro. Veel geld, maar een fractie wat ooit was. En dan distributiekosten. Voor internet waren we van kabelaars afhankelijk of die ons aanbod in hun pakket wilden opnemen. Nu is internet de vrijhaven. In de tijd dat de VPRO Pinkpop begon te streamen moest de zender alle bekeken data betalen. Door ADSL hadden de gebruikers geen beperking meer en gingen ze massaal voor de computer zitten. Op dag 2 van 3 waren we al ver over ons budget heen. 100.000 stond er op de teller van de rekening. Stoppen? Doorgaan? Er was geen keuze. Doorgaan dus. Inmiddels zijn er andere oplossingen en is alles veel en veel goedkoper geworden. Met ons YouTube account kunnen we gratis onbeperkt live streamen. En bij sponsor Streamzilla kun je ook meer dan betaalbaar terecht.

“Van breed naar smal”

Zenders als RTL4 en NL1 blijven razend populair. Dat zal zo blijven. Maar daarnaast zijn duizenden en duizenden zenders en sites ontstaan die op een niche inzoomen. Of het nu gaat om gamers te bedienen, over beauty te berichten of karpervissers blij te maken, de niches kunnen in onderwerp niet klein genoeg zijn. En als ze dan een internationaal publiek aanspreken is het aantal groot genoeg om er ook een business van te maken.

“Van 1e scherm naar 2e scherm”

Het scherm waarmee we aanvullende dingen bij gewone televisie gingen doen, zijn we het tweede scherm gaan noemen. Stemmen op deelnemers van talentenjachten, reageren op stellingen in een programma, twitteren over wat we zien. De kijker werd meer betrokken bij programma’s. Niet meer alleen kijken, maar ook meedoen. Met de komst van bijv Google Glass lijken we een nieuwe fase in te gaan. Met zo’n apparaat komt er verrijkende informatie je blikveld binnen. Automatisch relevante inhoud naar keuze bij programma’s van voorkeur. Toen Raimo van der Klein deze week te gast was bij Top Names kwamen automatisch de voetbaluitslagen zijn bril binnen. Een eerste kleine voorbeeldje richting een nieuwe fase. Niks tweede scherm, één allesomvattend scherm.

“Van huiskamer naar overal”

Het is echt nog niet zo lang geleden dat bewegend beeld alleen uit dat grote scherm in de kamer kwam. En nu is video overal. Gebruik op de mobiel explodeert. En dat zal alleen maar toenemen met 4G, de verwachting is dat 4G voor video op mobiel gaat doen wat ADSL voor de computer betekende. Video is straks onderweg even normaal als thuis. Deze week keek Maarten Lens-Fitzgerald op een straat in New York live mee met Top Names vanuit de Amsterdamse kleine FMT-studio. Zonder kabelaars, gewoon via een draadje de studio uit, het internet op. Ik blijf dat mooi vinden. Zie foto boven.

“Van generiek naar op maat”

Die startpagina’s op digitale televisie zijn een drama. Ze zijn te personaliseren, maar dan nog word ik er ongelukkig van. Mijn iPhone is mijn startpagina geworden. Daar verzamel ik de apps met mooie inhoud. En ik kijk of op de mobiel (of tablet) of zendt het signaal door naar het grote scherm dat televisie heet. Via AppleTV of Google Chromecast. Mijn persoonlijke apparaat is mijn persoonlijke startpagina geworden waar ik kanalen (Nederland 1 tm 3) en internet-initiatieven (7ditches, FMT) en video-archieven (YouTube, Vimeo) combineer. The best of alle worlds. de controle bij de gebruiker.

“Van postzegel naar thuisbioscoop”

Toen we bij de VPRO de eerste keer met Real Audio aan de slag gingen, ooit, besloot ik dat we de muziek van Pinkpop daar niet mee zouden aanbieden. Gesproken woord, dat ging, maar de kwaliteit was te slecht voor muziek. Dat konden we artiesten niet aandoen. De ontwikkelingen gingen hard en geluid werd beter en video voegde zich erbij. Tot we in 2003 via mobiel gingen streamen, de postzegel om naar te kijken keerde terug. En inmiddels ziet video van internet er overal prachtig uit. Op de mobiel, maar ook op een groot scherm. Verbluffend die kwaliteit van bijvoorbeeld Netflix. En ook mooi van dat internet: het geeft ons data, het geeft ons echte informatie over kijkgedrag. En dus kent Netflix zijn publiek zo goed dat het geen proefaflevering hoeft, zoals gewoon is, maar liet het de complete serie van House Of Cards gewoon in productie nemen. ‘We know what you like.’

“Van zenders naar mediabedrijven”

We komen van de tijd waar de zender de belangrijkste eenheid was. Dat speelt natuurlijk nog altijd een grote rol. Maar iedereen kan nu mediamaken en doet dat ook. Ieder bedrijf wordt mediabedrijf of kan dat zijn. Red Bull is natuurlijk een mooi voorbeeld. Dat creeert zijn eigen media met stunts op het ijs en sprongen uit de ruimte. En Bavaria is een voorbeeld dicht bij huis. met een eigen platform waar video een grote rol speelt. Zenders houden hun grote waarde als merk, maar de concurrentie komt van alle kanten.

De stappen die gezet zijn, zijn enorm. De mediawereld is opengebroken. Er zijn nieuwe spelers, er zijn nieuwe vormen, er is nieuw gebruik. En het publiek is duidelijk: dat wil alle inhoud altijd en overal kunnen consumeren. De wereld van tv en video is ingrijpend veranderd.

Maar er blijft ook te wensen over:

  • Beter zoeken: hoe vind ik wat ik nodig heb? Grote stappen zullen gezet gaan worden door stem- en beeldherkenning die video beter doozoekbaar moeten gaan maken.
  • Beter adviseren: hoe weet ik wat goed is? We krijgen nu betere adviezen dan ooit, maar tegelijkertijd frustreren de digitale gidsen. Smaak is persoonlijk en complex. Nog werelden te winnen.
  • Beter ervaren: augmented tv? social tv? Hoe gaan we tv nog meer verrijken? Met de mogelijkheden van iets als Google Glass? Met nieuwe vormen van social tv? Gaat 3D toch nog wat worden? Zijn er betere vormen van interactie mogelijk dan tot nu toe bedacht?
  • Beter verdienen: hoe verdienen makers geld? Een zorg van professionals. Er staan nieuwe makers op die de nieuwe diensten in klinkende munt omzetten, maar om meer mensen voor inhoud te laten betalen is eenvoud en compleetheid nodig. En moeten andere verdienmodellen gevonden worden.

20 jaar is niks. Benieuwd naar de volgende.

Kijken we dan nog steeds massaal lineair? Ik kan het me niet voorstellen, maar het huidige Nederlands gemiddelde van 215 minuten per dag laat zien dat we luie kijkers zijn.

Halen we onze zenders dan nog steeds bij kabelaars? Ik kan het me niet voorstellen. De logische lijn is dat we dan massaal ‘chord cutters’ zijn die alleen een internet aansluiting hebben en daar hun eigen aanbod bij elkaar zoeken.

Hebben we dan nog steeds een tweede scherm? Ik kan het me niet voorstellen. Reeel en virtueel komen tegen die tijd bij elkaar via de opvolgers van Google Glass en andere vormen van wearable computing.

Hoe zien jullie de toekomst? reacties meer dan welkom!