Een grote Amsterdamse boekhandel als Athenaeum (opgericht in 1966) en een platenzaak als Free Record Shop (sinds 1971) waren vroeger bronnen van informatie. Die laatste is inmiddels failliet en de geelblauwe winkels zijn definitief uit het straatbeeld verdwenen. Het is slechts een kwestie van tijd, en misschien wachten op het verdwijnen van een oudere generatie lezers, totdat de meeste boekwinkels ook ten onder gaan. Kijk maar naar de gebeurtenissen bij Polare.

‘Boekhandels hoeven geen gidsen te zijn die voor ons een voorsortering maken. Daar hebben we nieuwe manieren voor, want in de tijd die we hebben om een boek open te slaan, willen we een echt goed boek lezen. En we willen dat die goede boeken van fantastische schrijvers ons worden aangereikt. We gaan niet naar boekhandels om te zien welke schrijvers interessant zijn, maar we kijken naar Pauw & Witteman en De Wereld Draait Door die de schrijvers van dit moment bij hen aan tafel uitnodigen’, zo schrijft Rosalinde Markus op het blog Jonge Schrijversavond.

Verder schrijft Markus het volgende: ‘De zogenaamde ‘ontlezing’ of verminderde leesmotivatie bestaat niet. Onze behoeften veranderen, we lezen niet per se minder, maar anders. Waar we eerst elke nieuwe single van onze favoriete artiest op CD wilden hebben, zijn we nu tevreden met een streamingdienst als Spotify. Waar we eerst naar de Free Record Shop gingen om nieuwe artiesten te ontdekken, Googelen we nu de aanbevelingen van onze vrienden. De boekenbranche is geen uitzondering.’

Uit eigen ervaring en door de diverse praktijkvoorbeelden in ons boek (dat de ondertitel ‘de digitale verandering’ draagt) kan ik dit beamen. Toegang tot content is waar het om draait. Het is niet dat we de inhoud van boeken niet tot ons willen nemen, maar de wijze waarop we de inhoud tot ons willen nemen is veranderd. Iets wat uitgever Nijsen structureel negeert, zo lijkt het.

Toegang tot digitale content en dienstverlening op internet worden de hoeksteen van toekomstige verdienmodellen voor een ieder, die zich met de exploitatie van de letteren bezig houdt. De verkoop van fysieke boeken zal in de komende 2 à 3 jaar drastisch afnemen, omdat de nadruk bij de moderne, digitale consumenten heden ten dage minder op bezit ligt dan in het tijdperk van fysieke exemplaren. Dit blijkt immers uit de transitie van de muziekindustrie de laatste 10 jaar. Er is bijna geen platenzaak in Nederland meer over en toch is de consumptie van muziek groter dan ooit. Dat komt door de verbeterde toegang tot muziek: overal en wanneer je maar wilt, vaak gratis. Mocht je toch nog een CD of vinyl willen hebben dan bestel je die natuurlijk gewoon online.

“Hoeksteen”

Informatie is de nieuwe hoeksteen van het businessmodel van een schrijver. Wereldwijd produceren mensen dagelijks een enorme hoeveelheid aan data, zo ook schrijvers. Enerzijds met hun verhaal, anderzijds door middel van hun relaties. Ons privé- en zakelijke leven wordt geregistreerd en vereeuwigd in zeer geavanceerde databases op het internet. Deze zogenoemde cloud technologie is het nieuwe stadium in de evolutie van het internet. Over enkele jaren is het leveren van rekenkracht, infrastructuur, opslag, bedrijfsprocessen, applicaties en persoonlijke samenwerking in de ‘lucht’ gemeengoed. Het maken van de omschakeling naar een op relaties gebaseerd business ecosysteem is dan ook absolute noodzaak voor schrijvers.

Er zijn naar schatting zo’n 250 à 300 verschillende sociale platformen, allen met een eigen functie. Ze komen en gaan overigens vrij snel, is inmiddels de ervaring. De ‘conversation prism’ is een bekend hulpmiddel met de weergave van de relevante kanalen en platformen die als social media worden aangemerkt. Het is een inzicht van analist Brian Solis, van de Altimeter Group, dat regelmatig aan een update onderworpen wordt. Het prisma laat alle vormen van diensten of netwerken zien met daarbij de belangrijkste kanalen. Het prisma geeft duidelijk weer hoe divers, complex en groot de wereld van de social media is.

Het is in niet relevant welk netwerk ‘hot or not is’; je begrijpt dat je bij de opzet van een gedegen digitale strategie en het bijbehorende interne en externe ecosysteem ervan uitgaat dat netwerken komen en gaan. Wellicht herinneren sommigen bij het lezen van dit artikel zich nog de opkomst van de sociale netwerken Friendfeed, Hi5, Bebo, MySpace en Hyves die allen ingehaald werden door Facebook.

Er dient zich inmiddels een andere tendens aan, namelijk die van de afnemende groei van Facebook. Je moet als schrijver dus de bewegingen van de netwerken goed in de gaten houden om zo op tijd in te haken op de juiste netwerken. Hele digitale volksverhuizingen zullen in de toekomst nog wel een paar keer plaatsvinden.

Een schrijver die goed gebruik maakt van de diverse sociale kanalen is Paulo Coelho. Voor een schrijver als Coelho lijkt het niet zo verwonderlijk dat je meer dan 18  miljoen fans op Facebook en 9 miljoen volgers op Twitter realiseert. Toch is het te makkelijk deze online score louter aan zijn bekendheid en personele middelen toe te schrijven, meent Robbert Doggers, journalist voor het Parool en BNR Nieuwsradio. Hij constateert vorig jaar op zijn blog Yune dat de Braziliaanse schrijver online heel actief is, en dat Coelho natuurlijk als geen ander in staat is om sterke content te schrijven. Voor Paulo Coelho is zijn makkelijk te onderhouden blog de basis van zijn social media strategie. Door het succes van zijn fysieke boeken in het verleden heeft hij een flinke achterban gecreëerd op zowel Facebook als Twitter. Hij maakt naast zijn blog effectief gebruik van deze platformen. Hij komt overigens het meest in contact met zijn lezers via Twitter. Daarnaast heeft Coelho ook nog een actief YouTube-kanaal. Echter zijn de verschillende kanalen allemaal stand alone silo’s: ze zijn niet aan elkaar gekoppeld. Iets dat nog vaak het geval is.

“Aanpak”

Eenrichtingsverkeer van uitgeverijen namens hun schrijvers is niet meer van deze tijd. Schrijvers moeten op internet gesprekspartners met hun lezers worden en op basis van vertrouwen en historische data een relatie met hen opbouwen om van daaruit passende content te produceren en te distribueren.

De schrijvers die een goede strategie ontwikkelen zullen een groot voordeel hebben ten opzichte van schrijvers die dat niet doen. Een goede strategie is gebaseerd op toegang tot content, de juiste gebruikerservaring op het juiste moment, op het verkrijgen van een significante plek binnen het ecosysteem, op het naadloos kunnen laten aansluiten van processen en op het onttrekken van data uit verschillende bronnen. Het ‘content = relatie = informatie’-principe. De schrijvers die zorgen dat de luisteraar de optimale beleving heeft die bij elk afzonderlijk kanaal of apparaat hoort en die data gaan verbinden en gaan uitlezen, zullen daarvan optimaal profiteren.

Het stond al vast dat internet een ecosysteem is en dat we geneigd zijn om in silo’s of aparte werelden te denken. Wat moeten schrijvers nu doen? De silo’s dienen letterlijk afgebroken te worden om aansluiting bij het externe ecosysteem op te bouwen. De eerste stap is te bepalen welke domeinen, netwerken en apparaten je wilt bedienen binnen het eigen ecosysteem. Bepaal vervolgens met welke ecosystemen je verbinding wilt maken. Het ‘conversation prism’ van Brian Solis en Jess3 geeft een prima weergave van het ‘sociale’ ecosysteem met relevante sociale kanalen.

De tweede stap bestaat uit het verbinden van alle databronnen van deze domeinen en netwerken. Door middel van onder andere de ‘single sign-on’-knop, kun je data uit alle netwerken halen. De knop dien je te integreren in het eigen domein, alle applicaties die je bouwt en middels landingspagina’s of applicatie die je integreert in de diverse sociale kanalen. Een platform die een dergelijke functionaliteit mooi ondersteunt, is bijvoorbeeld ‘Social Brand Builder’ van Jibe Company.

Een derde stap die genomen moet worden is het maken van een gedegen planning of een roadmap. Deze planning omvat de doelen en doelstellingen van de schrijver, het landschap, het inzicht voor het creëren, beheren, actualiseren en verrijken van content, de betrokkenen bij de uitvoer en het technische gereedschap dat ondersteuning biedt.

Dit inzicht geeft aan wanneer en met welke frequentie welke content aangepast, verwijderd of vervangen moet worden. Zo wordt ook duidelijk wanneer voor specifieke doelgroepen of onderwerpen extra aandacht of capaciteit nodig is. De planning geeft inzicht in wanneer updates voor welk onderwerp, binnen welke soort content, gemaakt kunnen worden. De planning geeft ook aan hoeveel tijd iemand kwijt is voor het bijwerken of herzien van de content. Een goede planning ruimt tijd in voor incidenten. Een roadmap is een goed middel om deze informatie vast te leggen om alle betrokkenen te informeren.

“Vooravond van grote verandering”

Boekuitgeverijen, alsmede de aan hen gelieerde schrijvers staan aan de vooravond van een grote verandering, waarin nieuwe verdienmodellen en digitale mediaproducten voortaan een belangrijke rol gaan spelen en traditionele verdienmodellen en producten bijna verdwijnen. Overigens denken de meeste boekuitgevers, inclusief Podium, zelf van niet. Maar binnen 36 maanden is alles anders. Disruptie galore in boekenland. Met het faillissement van Polare voorop, het signaal dat de disruptie nu aan de gang is. Digitalisering, internet en nieuwe consumentenvoorkeuren bedreigen de traditionele boekuitgeverijen en de aan hen gelieerde schrijvers. Ze krijgen te maken met meer concurrentie en verlies van grip op doelgroepen en content. Maar uitgevers moeten wennen aan het feit dat de schrijver het businessmodel is en de uitgever een dienstverlenend bedrijf.

Per 1 juli aanstaande komt er een wettelijke regeling voor het auteurscontractenrecht. Dit versterkt de contractuele positie van schrijvers ten opzichte van exploitanten. Schrijvers krijgen de mogelijkheid het contract geheel of gedeeltelijk te ontbinden als de exploitant het werk niet (voldoende) exploiteert (herroepingsrecht). Dit geeft schrijvers de mogelijkheid naar andere kanalen en exploitanten te kijken wanneer hun uitgever niet in staat is hun werk digitaal te exploiteren.

Digitalisering biedt veel nieuwe kansen. Productie en vooral distributie van digitale content is goedkoop. Distributie via internet levert bovendien het voordeel op dat geprofiteerd wordt van het ‘long tail’-effect: veel nicheproducten zullen beschikbaar blijven en zouden gedurende lange tijd omzet kunnen genereren. Prijzen van digitale mediaproducten dalen, wat de aantrekkingskracht voor lezers vergroot. Lezers kunnen gebruik maken van nieuwe diensten als abonnementen op digitale boeken of de catalogus van een specifieke boekuitgeverij via platformen en apps van de schrijver, boekuitgeverij of derden.

Uitgeverijen en zeker de aan hen gelieerde schrijvers zijn en blijven afhankelijk van levensvatbare doelgroepen. In de digitale wereld zijn deze doelgroepen kleiner en specifieker. Versnippering van het aanbod en convergentie zijn enerzijds een bedreiging, maar leveren anderzijds ook weer nieuwe mogelijkheden om de eigen doelgroep te versterken en te binden. Netwerken (lees: het eigen domein, de sociale kanalen en het domein van derden) bieden tegenwoordig content aan over alle beschikbare apparaten (TV’s, mediaboxen, PC’s, laptops, notebooks, smartphones en tablets). Werk dat nobel is, moet een schrijver ook voeden, volgens Nijsen. Het verdienmodel van een schrijver laat straks dan ook een versnippering zien naar meerdere inkomstenbronnen. Echter het nieuwe businessmodel voor schrijvers is het faciliteren van relaties door middel van de door hen geproduceerde content. De rol van de uitgever zal een dienstverlenende zijn. De schrijver die een relatie met zijn lezers heeft, overleeft.

Lees ook:

Als schrijver ben je data  deel 1

Als schrijver ben je data deel 2

Bronnen: Wikipedia, Doeland’s Digitale Wereld, DDMCA, vanAnaloognaarDigitaal.nu, Ger Hofstee, Podium, Kluun, Volkskrant, Publishr, Atos, Rosalinde Mulder, Jonge Schrijversavond, Yune, Robbert Doggers.