Vision is een serie programma’s over de toekomst van televisie,  online video oftewel het nieuwe kijken. Het programma wordt mogelijk gemaakt door Streamzilla, specialist in hosting van live en on demand audio en video. In de eerste aflevering sprak Erwin Blom met Stef van der Ziel (Streamzilla), Jeroen Doucet (Station 10) en William Valkenburg (ex-NPO nu Wereldomroep) over inhoud. De impact van internet op maken en makers. 

“William Valkenburg (ex-NPO): Het publiek is een vertragende factor bij de introductie van nieuwe tv-vormen. ”

William Valkenburg (ex-NPO, Wereldomroep): “Uitgesteld kijken is de afgelopen tien jaar belangrijk geworden. In de begintijd van Uitzending Gemist keek 0,01 van de mensen on demand. Dat is nu tot 10 procent. Maar het maken zelf is te weinig veranderd, vind ik. Nieuwe vormen van televisie komen nauwelijks van de grond. Distributie is veranderd, korter snijden voor andere schermen is er bij gekomen, ook extra activiteit op een tweede scherm is er tegenaan geplakt. Maar het zijn extensies op de bestaande mogelijkheden van televisie. Er zijn weinig voorbeelden dat vanuit de nieuwe mogelijkheden wordt geredeneerd en ‘greenfield’ iets nieuws wordt neergezet. Nederland van Boven van de VPRO is een voorbeeld waar het wel gebeurt.”

“Waarom de nieuwe vormen er nog niet zijn? TV is kwalitatief een hoogstaand medium, voor dat je daar met web iets aan toevoegt of beters van maakt, dan moet je van goede huize komen. Daarbij moet je niet onderschatten in welke mate je gedragsverandering van je publiek vraagt. Dat is een enorm vertragende factor. Waar het wel gebeurt, gebeurt het spontaan. Mensen die via Twitter gaan meepraten, bijvoorbeeld. Waar het vanuit de mensen zelf komt, kan het heel succesvol zijn, waar het geregisseerd en opgelegd wordt, gaat het heel geleidelijk. Als maker moet je overtuigd zijn van een concept en daar meerdere jaren in willen investeren om die verandering tot stand te brengen.”

“Radiomakers omarmen innovatie sneller”

“Voorbeelden als Top 2000 en Serious Request zijn uit de radio ontstaan. Daar was streaming media en beeld een enorme toevoeging. Radiomensen omarmden dat en hielden het jaren vol. Het succes werd ieder jaar groter en vervolgens kwam televisie erbij. Je hebt een hele lange adem nodig om nieuwe vormen van content neer te zetten.”

“De invloed van de kijker wordt steeds groter, maar de kijker is zich daar zelf nog niet van bewust. Die laat zich nog door het dagritme leiden. Die moet gaan snappen dat hij met on demand en zoeken veel meer inhoud kan vinden die bij zijn situatie en context passen. On demand kun je dankzij een goede database mensen de onderwerpen geven waar ze op dat moment in geinteresseerd zijn. De impact van internet is steeds groter geworden, zowel als het gaat om de behandelde onderwerpen als nieuwe programma’s of concepten die op internet beginnen en dan doorstromen.”

“Stef van der Ziel (Streamzilla): De markt gaat echt open.”

Stef van der Ziel (Streamzilla): “Vanuit omroepperspectief gaat het veel langzamer dan we verwacht hadden. We dachten video on demand gaat de wereld veroveren en live televisie houdt op. Mensen kijken wel veel meer on demand, maar live televisie is ook nog heel belangrijk. Bedrijven die niet uit de broadcastwereld komen, die zetten wel grote stappen. Als je geen toegang tot televisie of omroepen of kabelnetten hebt, kun je nu wel video gebruiken voor je communicatie. Dat zien we veel gebeuren. Er zijn bedrijven die live uitzendingen specifiek voor een bepaalde doelgroep maken. Dat werkt heel goed.”

“Denk internationaal”

“De markt gaat echt open. Vroeger had je een aantal Nederlandse netten en dat was het dan. Maar nu kan de internationale markt ook evengoed de Nederlandse markt op. We zitten niet langer in een gevangen Nederlandse kabelomgeving. Als iemand morgen een Nederlandse televisiezender wil beginnen, kan ie dat via internet. Dat is een bedreiging voor Nederlandse programmamakers en omroepen. Aan de andere kant biedt het kansen voor programmamakers. Maak iets wat buiten Nederland aanslaat. Dat hoef je niet meer via traditionele partijen aan de slag.”

“Jeroen Doucet: Eén van de grote problemen van de media is de obsessie met kwaliteit.”

Jeroen Doucer (Station 10): “Een van de grote problemen van de media is de obsessie met kwaliteit. Het kwaliteitsbesef wordt door de maker als veel belangrijker ingeschat dan het voor de eindgebruiker feitelijk is. Die perceptie van kwaliteit zit klassieke partijen vaak in de weg om dingen slim en lean and mean te doen.”

“Bedrijven moeten ook anders georganiseerd. Je gaat volgens mij meer toe naar een bloggersmodel. Een veel meer gefragmenteerd landschap waar bloggers in hun eentje een goede boterham kunnen verdienen. Hoge kwaliteit video is duur en zal nog meer dan nu geimporteerd worden.”

“Uitgevers moeten hun risico’s meer afwentelen op de makers”

“Uitgevers moeten hun risisco’s meer afwentelen op de makers. In een traditioneel uitgeefmodel koop je iets in dat je bundelt en weer doorverkoopt. Het risico wordt bij elke transactie ook overgenomen. Bij internet zie je dat het risico door de hele waardeketen wordt gedeeld. YouTube is vooral een selfpublishing platform waar de maker pas geld krijgt als er dankzij veel vieuws veel reclames verkocht zijn. In nieuwe uitgeefmodellen worden de risico’s door iedereen in de keten gedragen.”