[Dit is onderdeel van het project De Realtime Revolutie. Koop het mooie door @wilg vormgegeven papieren boek (20 euro) of de ePub (10 euro) Daarnaast organiseren we op 24 mei Twitter & Crisiscommunicatie en 7 juni Twitter & Webcare.]

Onderzoek

Maurice de Hond is de eigenaar van onderzoeksbureau Peil.nl. De invloed van het realtime web op zijn vakgebied? Sneller uitslagen verzamelen, actueler werken, relevantere conclusies.

Wat betekent het realtime web voor jouw vakgebied?
‘Om op mijn vakgebied informatie te verzamelen moest je in de jaren zeventig naar mensen thuis gaan. Dat betekende dat er drie weken tussen het moment zaten dat je de enquête maakte en de resultaten binnen kreeg. In de jaren tachtig begonnen we met telefonisch onderzoek, weliswaar met ondersteuning van computers, maar je moest wel vragen stellen en verwerken. Pas als de laatste binnen was, had je resultaat. Dat was een kwestie van dagen. Vervolgens gingen we met online vragen stellen richting uren. En nu, in de wiskunde heet dat een asymptoot, nadert het nulpunt. Op piekmomenten kun je realtime weten wat mensen vinden. Daar zitten twee aspecten aan. Aan de ene kant heb je getalsmatige informatie: zoveel procent vindt iets of een waardering is hoog of laag. Aan de andere kant is een lading veel inhoudelijker dan vroeger. Omdat je de veelzijdigheid en de verschillende invalshoeken langs ziet komen.’

Kun je daar een voorbeeld van geven? Waarom kreeg je die veelzijdigheid vroeger niet?
‘Vroeger was je op de eerste plaats afhankelijk van de enquêteur die zijn weerslag gaf van wat een persoon zei. Het overbrengen van de essentie van open vragen was moeilijk. Nu tikt de ondervraagde zelf zijn antwoorden. Daarnaast zijn er nu veel meer methoden om teksten te analyseren. Met word clouds, wolken van woorden die vaak terugkomen, bijvoorbeeld. Je kunt nu veel sneller een impressie van meningen geven.’

Goedkoper

Naast het stellen van vragen, kun je nu online meeluisteren naar wat mensen zeggen. Informatie ophalen zonder te vragen. Gebruik je dat ook?
‘Ja. Vroeger gebruikte je bijvoorbeeld een artikel in De Telegraaf als aanleiding om vragen te stellen, nu zie je gesprekken en discussies op bijvoorbeeld Twitter ontstaan die aangeven wat er onder mensen leeft. Vroeger had je bij vraagstellingen een blinde plek voor dingen. Als het niet in jouw hoofd opkwam, dan was het ook niet de vraag. Nu kun je veel beter van lopende discussies profiteren.’

Gebruik jij dan om te zien wat er leeft ook dingen van verschillende sites zoals trending topics?
‘Voor het soort onderzoek dat ik doe zijn trending topics minder belangrijk, maar voor ander werk zijn ze te gebruiken. Ik probeer vooral te kijken naar discussieplatforms of andere plekken waar discussies ontstaan. Door te kijken op sites als Joop.nl, Stand.nl en de Telegraaf krijg je een beeld van wat er leeft. Maar ook volg ik Twitter daarvoor.’

Het is voor jou goedkoper geworden om de juiste informatie bij elkaar te krijgen …
‘Veel makkelijker en veel goedkoper. Als je bedenkt dat we toen ik in 1976 bij Interview werkte enquêtes moesten drukken en versturen. En 1200 enquêteurs in het land daar mee op pad moesten. Vervolgens kwam het spul na een of twee weken terug en moesten de vragen en antwoorden op ponskaarten worden gezet om in de computer te belanden. We hadden een computer met 256 KB geheugen, een apparaat dat destijds een miljoen kostte.’

Beter

Zijn je resultaten beter geworden?
‘Ja, zeker. Maar ze zijn ook relevanter geworden omdat ze sneller beschikbaar komen. In 1976 kon ik geen actuele ontwikkelingen onderzoeken, nu wel. Een paar uur na een gebeurtenis kan ik de mening van het volk gepeild hebben. Verder is de problematiek van toen ook de problematiek van nu. Hoe representatief zijn de reacties. In de jaren zeventig deed 20 of 30 % niet mee. Als je nu langs de deur zou gaan, is dat percentage veel groter. Nu zouden weinigen meewerken. Via internet kunnen mensen zichzelf aanmelden, dan moeten we dus meer werk verrichten om representiviteit te kunnen realiseren.’

Jij gebruikt je vak, het onderzoek, ook omdat je vindt dat de samenleving anders georganiseerd moet. Zo is Queetz een crowdsource platform waar je met de SP ideeën voor bezuinigingen in de gezondheidszorg hebt verzameld. In hoeverre veranderen de huidige communicatiemogelijkheden de maatschappij?
‘De huidige vertrouwenscrisis komt omdat ons bestuurssysteem geënt is op de technologie van de negentiende eeuw en mede daardoor steeds meer wringt. Destijds was het heel begrijpelijk dat je mensen koos die gemandateerd vier jaar voor jou het land bestuurden, onder meer omdat communicatielijnen, transport, en dergelijke traag verliepen. We hebben nu een veel hoger opgeleide samenleving met meer bronnen om zich mee te informeren en meer manieren om zich te organiseren en uiten. Het oude systeem en de nieuwe werkelijkheid wringen steeds meer. Mensen voelen zich minder vertegenwoordigd door de mensen die ze gekozen hebben. Ze ervaren te weinig invloed. Tegelijkertijd merk je dat de politici die in het systeem meedraaien niet in staat zijn dat zelf te veranderen.’
‘Nieuwe technieken en methoden maken het mogelijk om minder gesloten en top-down te werken, maar de stap te zetten naar open en van onderop naar boven. Dan kun je veel beter gebruik maken van de knowhow die er in een samenleving is. En kun je beter zichtbaar maken wat er in de maatschappij leeft. Je kunt dat in de realtime tijd continu monitoren en gebruiken.’
‘De grote kracht van realtime is dat alles wat op dit moment gebeurt transparant en zichtbaar is. We zitten nu in een bestuursstructuur die absoluut niet transparant is. Maar het belangrijkste aan realtime is tweerichtingsverkeer. Het is niet alleen zo dat kiezers weinig vertrouwen hebben in de politiek, maar zeker zo erg is dat de politiek geen vertrouwen heeft in de kiezers. De kennis en kunde en betrokkenheid van het publiek kan dankzij social media goed worden ingezet, maar het gebeurt niet. Dat leidt uiteindelijk tot een clash omdat het publiek verandering wil en bestaande machten niet kunnen veranderen.’

Korte termijn

Realtime is heel erg korte termijn. Nu. Maar bij politiek hoort ook lange termijn. Die twee leveren ook een spanningsveld op.
‘Door dat te zeggen creëert de politiek een tegenstelling die er niet is. Daarmee proberen ze mensen op afstand te houden. Maar als ik naar de politiek kijk, zie ik juist dat ze veel te weinig met de lange termijn bezig zijn. Of het nu gaat om de pensioenenproblematiek of de hypotheekrenteaftrekproblematiek, dit zijn lange termijn onderwerpen die allang aangepakt hadden kunnen en moeten worden. Daarbij geloof ik dat je mensen hier en nu prima de noodzaak van maatregelen voor de lange termijn kunt uitleggen. Dan wordt er gezegd dat een politicus bij impopulaire maatregelen zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Maar als je niet kunt uitleggen dat je maatregel een goed doel dient, klopt de maatregel niet of ben je geen goed politicus.’

Zie jij ook nadelen aan dit soort ontwikkelingen?
‘Ik hou me altijd ver van het plakken van waardeoordelen op ontwikkelingen. Dan bouw je de generatieverschillen in. De Beatles, waar ik een heel grote fan van was, vonden mijn ouders langharige schreeuwlelijken. Als je over de voor- en nadelen van nieuwe technieken praat, doe je dat vanuit je persoonlijk kader en je eigen geschiedenis en opvoeding. Zo kijk ik er niet naar. Het is zoals het is. En het is anders. Maar niet beter of slechter.’
‘Dat doet me denken aan de jaren negentig. Als ik toen lezingen over internet en bankieren gaf, was veiligheid een belangrijk onderwerp. Als ik toen vroeg wie in een zaal weleens een bankafschrift in de brievenbus had gehad die niet van hem was, stak 20% van het publiek zijn hand op. Zo’n twee miljoen keer per jaar belandde persoonlijke gegevens in andermans handen. Was dat een reden voor mensen om geen post meer te gebruiken? Nee.”
‘Elke nieuwe situatie creëert nieuwe kansen voor misdaad en vervolgens ook weer nieuwe oplossingen om dat te bestrijden. In de negentiende werden treinen vaak overvallen door struikrovers. Dat komt nu niet meer voor. Nieuwe technieken zorgen voor nieuwe mogelijkheden en nieuwe gebruiken.’