Wie vandaag een gemiddelde lagere school binnenstapt zal in negen van de tien gevallen exact hetzelfde aantreffen als 50 jaar geleden: een docent voor de klas die middels boeken kennis overbrengt aan zo’n 30 leerlingen. Dat moet anders kunnen, dachten Anouk Binkhuysen en haar twee compagnons. Onder de naam Faqta ontwikkelden zij een lesmethode met video als uitgangspunt.

“Voordat we hieraan begonnen hebben we onderzoek gedaan: hoe leren kinderen? Traditioneel is dat tekst based, maar kinderen van vandaag zijn veel meer beelddenkers. Wij ontwikkelen lesmaterialen voor de internetgeneratie. Die kinderen leren anders dan de generatie x en y om het zo maar te zeggen.” Faqta maakt daarbij gebruik van al bestaande video, bijvoorbeeld van de NTR. ” Filmpjes duren gemiddeld 1 a 2 minuten en daarna gaan ze aan de slag. Dus het is een heel afwisselende interactieve manier van werken en leren. De leerkracht wordt veel meer een coach en kan inspelen op vragen van leerlingen. Wat we willen stimuleren is dat leerkrachten met onze inhoud zelf lessen kunnen maken.”

“Kannibaliseren van een model ”

Binkhuysen en haar kompanen werkten aanvankelijk bij de grote educatieve uitgevers van Nederland. Die zijn volgens Binkhuysen mede schuldig aan de trage veranderingen binnen het onderwijs. “De ontwikkeling van het onderwijs van de toekomst wordt in mijn optiek geremd door de grote uitgevers. Het onderwijs wil wel graag veranderen, maar het is een systeem wat heel erg afhankelijk is van goede hulpmiddelen waar heel veel geld in omgaat. Verandering betekent het kannibaliseren van een model waar de grote uitgevers jarenlang heel veel geld mee hebben verdiend, met als gevolg dat je je hele primaire proces moet veranderen. Dat is voor organisaties waar honderden mensen werken heel erg moeilijk. Het kan eigenlijk alleen maar wanneer je het helemaal buiten de gevestigde orde gaat ontwikkelen en ook gaat kijken: welk primair proces past daarbij en welk businessmodel past daarbij. Zo zijn we het gestart.”

De eerste pogingen, een kennisbox waar ouders een abonnement op konden nemen, mislukte. En ook een eerste crowdfundingspoging liep op niks uit. Pas nadat Faqta in zee ging met de Utrechtse incubator Utrecht Inc, werd het juiste model gevonden. “ We zaten er veel te veel vanuit de inhoud in en nu focussen we ons veel meer op de product market fit. Wij vervangen leermiddelen en dekken zo’n 20 tot 30% van het curriculum. We hebben nu 14 scholen die ermee starten. Het product is redelijk complex om te maken. Maar inmiddels begint de tractie voelbaar te worden. Scholen hebben ook de intentie om dit voor meerdere jaren te gebruiken en het heeft heel veel impact. Je maakt niet alleen een product maar probeert ook aan te sluiten op een visie. Een visie die aansluit op de school maar ook op het onderwijs van de toekomst.”

“Onderwijs is een hidden gem voor investeerders ”

De aanpak is niet voor iedereen direct en doorslaand succes. “Wat we zien is dat er leerkrachten zijn die ermee weg lopen, maar er zijn er ook die moeite hebben met de eigen inbreng, zoals er ook leerlingen zijn die moeite hebben met het zelfstandig bezig zijn. Die hebben veel meer begeleiding en sturing nodig, dus op die vlakken ontwikkelen wij ons product door. We kijken heel erg naar hoe kun je hier een ideale les meegeven, maar de vraag is: wat is een ideale les. Dat moet je samen met elkaar ontdekken.”  Faqta richt zich vooralsnog alleen op de Nederlandse markt, maar sluit uitbreiding in het buitenland niet uit. “Het ging ons er in eerste instantie om de Nederlandse onderwijsmarkt te verrijken met een ander type leermiddel dan wat er op dit moment op de markt is. Onze doelstelling is vooral kinderen een breder aanbod te geven dan alleen taal rekenen en lezen, dus we kijken ook hoe kunnen we die lestijd op een andere manier invullen. Als we dat succesvol kunnen dan kunnen we het ook schalen.”

Grootste struikelblok op dit moment: het vinden van investeerders. Aanvankelijk draaide Faqta op eigen geld, maar inmiddels zijn er ook  wat informals aan boord. Een echte grote investeerder is echter nog niet gevonden. “We merken dat onderwijs bij investeerders een beetje een black box is en de reputatie heeft van langzaam, geen grote markt, moeilijk te innoveren. Daarom is er angst om in te stappen. Dat is jammer, want  het is juist een interessante markt waar elk jaar constant veel geld wordt uitgegeven. Crisis of niet er wordt altijd geld uitgegeven in het onderwijs. Dus daar besteden we tegenwoordig veel meer geld aan in de pitches en in gesprekken met potentiële investeerders. Die markt is veel minder eng dan je als buitenstaander misschien denkt. Het is zonder kennis ook een vreemde markt, maar ik denk dat het een hidden gem is waar door investeerders nog veel te weinig naar gekeken wordt. Dat moet veranderen. Dat is een missie. En we willen over een jaar 120 scholen binnenhalen, dus minimaal het tienvoudige van nu. Dat is top prioriteit nummer één.”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van  Merchandise.