In iedere 100 hotelkamers  worden per nacht één a twee voorwerpen vergeten. Een festival met 1000 bezoekers waar gedronken wordt, levert meer verloren spullen op dan eenzelfde festival zonder  drank. Hanneke Stegweg, founder van iLost, heeft de cijfers zo paraat. Niet voor niets. Sinds 2013 werkt Stegweg aan haar droom om de Google van lost en found te worden.

“Wij brengen gevonden voorwerpen terug bij de eigenaar en dat doen we door software, wat wij noemen de Google van lost en found. We proberen het voor vinders zo eenvoudig mogelijk te maken om hun vondsten online te zetten. Zo wordt het irrelevant waar iets is verloren. De eigenaar kan zelf kijken, claimen en laten thuisbezorgen.”

Aanvankelijk dacht Stegweg, indertijd werkzaam in de logistiek, aan het verzamelen van alle gevonden voorwerpen in een grote loods. Deelname aan Startup Bootcamp veranderde haar idee in een online tech startup. Met als eerste uitdaging: hoe creër je een plek waar zowel verliezers als vinders samenkomen. Stegman besloot zich eerst op de vinders te richten. “Dat zijn organisaties. Hoe groter de organisatie, hoe meer gevonden voorwerpen ze hebben. Maar het kan ook een hotel zijn, die vinden honderden voorwerpen per jaar. Dus ons pad naar een wereldwijde database voor gevonden voorwerpen, loopt via organisaties. Die maken aan hun gebruikers bekend: heb je iets verloren, kijk op iLost. Op de website van de organisatie  worden ze doorverwezen. Dat geldt voor zowel het GVB als het Rijksmuseum, en inmiddels vele anderen. Zo doen de organisaties onze marketing.”

“Positieve impact op een organisatie”

Het is natuurlijk essentieel dat gevonden voorwerpen naar de juiste eigenaar teruggaan. Dat lukt door de zogenaamde geheime kenmerken. “Heel veel voorwerpen zijn voor niemand interessant, dat is heel makkelijk. En vrijwel alle voorwerpen hebben geheime kenmerken: een foto op een camera, een nummer van een iPhone, de kleur van een binnenvoering, foto’s in een portemonee. Iemand moet dus direct aangeven wat de geheime kenmerken zijn, dan hoeft de organisatie alleen nog maar te controleren of het klopt. De organisatie voert alles in, alles is volgbaar, deels zichtbaar, met uitzondering van de geheime kenmerken. Iemand die iets zoekt meldt zich. Ze hoeven alleen maar ja of nee te klikken. Op het moment dat iemand kiest voor laten bezorgen krijgen ze automatisch een verzendlabel in de iLost omgeving. Dan regelen wij het verder. Wij ontzorgen.”

Organisaties gaan graag in zee met iLost. Gevonden voorwerpen zijn over het algemeen namelijk veel gedoe. Het kost soms een paar dagen voordat een voorwerp bij de balie belandt en eigenaren blijven bellen. “Dat is ook de reden dat partijen voor iLost kiezen: het is nooit core business, het is altijd gedoe, maar de impact voor je klant is zonder meer gigantisch. Het is heel persoonlijk, het is je laatste contactmoment en als iemand dan ontdekt dat het geen uren gaat kosten maar dat het online staat en ook nog thuisbezorgd kan worden, dan krijg je een soort van wow effect. Het heeft een hele positieve impact op een organisatie.”  Organisaties betalen op basis van de aantallen gevonden voorwerpen die zij online zetten. Ze willen daarvoor betalen omdat die taken intern wegvallen. “Vroeger belden mensen met de vraag: hebben jullie mijn zwarte portemonnee gevonden? Maar ze hebben er misschien wel 60 gevonden. Hetzelfde geldt voor fietssleutels. Daar moest een medewerker dan werk van maken, ten koste van ander werk. Dan wordt er gezocht in de bak: nee we hebben het niet. Een dag later wordt er weer gebeld: is de schoonmaker al geweest? Hebben jullie het nu wel gevonden? Dus je ziet dat de telefonische inlichtingen met onze tussenkomst enorm dalen. Bij vervoerders staan verloren voorwerpen altijd in de top 3 van redenen om te bellen. Dus daar zit echt een toegevoegde waarde.”

“Een dieseltje, geen sexy hockystick ”

Stegweg zegt heel veel aan Startup Bootcamp te hebben gehad. “Ik dacht als iemand mij 10.000 euro wil geven dat zou fantastisch zijn. We zijn eruit gekomen met 5 ton financiering en een angel die ons de gelegenheid heeft gegeven om daadwerkelijk iets te gaan doen.”

Op dit moment draait iLost break even. “Wij zijn een soort van dieseltje, niet een sexy hockystick.” De groei gaat stapje voor stapje, waarbij de ogen zeker ook op het buitenland zijn gericht. “Denk niet dat omdat je het hier al kan dat je het overal wel even doet. Klein beginnen, het liefst met een betalende klant, waarmee je de kinderziektes eruit haalt. Steeds opnieuw valideren, alles in de smiezen hebben en dan pas een volgend land.  We hebben een hotel nu in België, een ziekenhuis in Limburg en de volgende grote stappen gaan we in Frankrijk zetten.”

iLost heeft inmidels meer dan 80.000 gevonden voorwepen bij de rechtmatige eigenaar terug bezorgd. Het zijn de organisaties die daarvoor betalen. De mensen die een voorwerp zoeken kunnen dat gratis doen. “Stel jij logeert altijd in dat hotel of zit vaak in de kroeg op de hoek en vervolgens verlies je je sjaal en dan zeggen ze: dan moet je wel 3 euro betalen. Dat willen die organisaties niet. Dus zo puzzel je. Nu weet ik dat en klinkt het logisch, maar dat zoektochtje kost tijd. Wij hebben wel eens uitgerekend: 1 gevonden voorwerp bij de grote organisaties kost per voorwerp 25 euro, terwijl er uiteindelijk maar 6% terugkomt bij de eigenaar.”

Al die inzichten houden het werk interessant voor Stegweg. Mensen zijn ook heel blij met iLost. “Mensen houden van ons. En wat heel erg gaaf is is dat je elke keer in een nieuwe fase van je bedrijf komt. Je hebt iedere keer weer dat zoektochtje. Nu gaan we dat internationale pad bewandelen. Dus je learning curve blijft gewoon hartstikke stijl en het is elke keer nieuw. Enerzijds bestaan we al 5 of bijna 6 jaar, maar anderzijds is het: hoe gaan we nu ervoor zorgen dat we in verschillende talen en andere tijdzones onze service organiseren. Je krijgt weer zoveel nieuwe impulsen.”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van  Merchandise.