De basis van internet is door de wetenschap gelegd. Het waren onderzoekers die zo’n kwart eeuw geleden de start maakten met het informatie- en communicatienetwerk dat nu voor iedereen de gewoonste zaak van de wereld is. Dankzij het communicatie gedeelte is ook voor wetenschappers uitwisseling van kennis en kunde makkelijker en sneller geworden. Allen dat al is ingrijpend, maar er is zoveel meer, maakte de interviewserie De Voorste Linie duidelijk …

[Download de iPad app FMT magazine waarin de complete serie De Voorste Linie is gebundeld in de editie Big data en wetenschap, of bekijk de html5 website.]

“Nieuwe mogelijkheden maken het werk sneller, betrouwbaarder, verfijnder en dus beter”

Fast Moving Targets interviewde 9 top-wetenschappers over hun vak en over de impact van supercomputing en de cloud op hun vakgebied. Alleen de impact van mail was zoals gezegd al enorm. Waar uitwisseling van informatie per post weken kon duren (we zijn het al bijna vergeten ….), is communicatie nu realtime. Daarnaast vertellen ze natuurlijk dat ze nu in een vloek en een zucht berekeningen kunnen uitvoeren waar ze in het verleden een eeuwigheid voor nodig hadden. Ze profiteren allemaal van de toegenomen rekencapaciteit en van de goedkoper geworden opslag. Maar nog meer profiteren ze van het netwerk. Van het feit dat supercomputers gecreeerd worden door wereldwijd computers aan elkaar te koppelen. En profiteren de minder technisch aangelegde onderzoekers van het feit dat de tools simpeler en toegankelijker worden. Nieuwe mogelijkheden maken het werk sneller, betrouwbaarder, verfijnder en dus beter.

Dat er meer data beschikbaar komt, dat er meer data verwerkt kan worden, het is dan ook een zegen voor de onderzoekers. En dat ze overal ter wereld over alles wat er is kunnen beschikken, het is prachtig. Maar … het stelt het onderzoek ook voor nieuwe vragen. Het geeft ook nieuwe problemen of uitdagingen. Want in het verleden, met relatief beperkte datasets, werd een computer met een vraag simpelweg door een set gegevens heen gejaagd. Dat duurde soms lang, maar het antwoord kwam. Met schier oneindige hoeveelheden data is dat een heilloze weg. Zelfs met sterke computers en grote netwerken kom je dan niet verder.

“Niet de computer maar de data moet centraal staan”

Er moet dus anders gedacht en anders gewerkt gaan worden. Nieuwe architecturen zijn belangrijk, nieuwe denkwijzen, nieuwe onderzoeksmanieren. De computers en de netwerken moeten niet langer centraal staan. De data moet centraal staan; ‘data centric computing’. Maar ook de modellen moeten verbeterd. Van dom rekenen naar slim rekenen. En als we dat goed doen, zeggen de wetenschappers, gaan supercomputing en de cloud helpen bij het beter begrijpen van alles van mens tot heelal. Op alle gebieden. Van taalwetenschap tot biologie  tot astronomie tot geneeskunde.

Maar … het is de voorhoede die we in De Voorste Linie hebben gesproken. Ook is nog veel winst te halen bij een veel grotere groep wetenschappers die nog nauwelijks van de kracht van supercomputing gebruik maakt. Daar hoort evangelisatie bij. Maar ook eenvoudiger tools zodat het niet alleen de computertechnisch onderlegden zijn die profiteren. En op de laatste plaats internationale samenwerking. Wetenschappers wereldwijd moeten goede standaarden stellen. Zonder goede afspraken heb je niks aan elkaars data. Dat gebeurt op veel vlakken nog onvoldoende, blijkt uit De Voorste Linie.

Bekijk de bovenstaande video!

Dit zijn de 9 interviews die we hielden: