Het klinkt de laatste jaren steeds vaker: het internet is kapot. Zeker mensen die vanaf het begin betrokken waren bij de ontwikkeling van het internet maken zich zorgen over wat het geworden is. Een systeem waar grote veelal Amerikaanse bedrijven de dienst uitmaken, privacy onder druk staat en burgers betalen met data. In plaats van de open en transparante wereld die de mensheid zou helpen en verheffen. Genoeg om somber van te worden, maar dat geldt niet voor iedereen.

Dirk-Willem van Gulik is zo iemand. Eén van de grondleggers van diverse internetprotocollen en een belangrijke speler bij het ontwikkelen van het open source  gedachtengoed. Hij was onder meer de oprichter van de Apache Software Foundation en betrokken bij de totstandkoming van het http-protocol.

Van Gulik ziet als geen ander waar het fout gaat en wat er beter kan. Maar toch is het optimisme dat bij hem overheerst. En dan niet omdat de grote techgiganten hun fouten inzien en hun leven gaan beteren, maar omdat burgers en overheden steeds beter snappen dat er iets mis gaat. En zich dus hard maken voor de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVR) of het gebrek aan privacy op internet bestrijden met de tools die voorhanden zijn.

“ Voorzichtige jongeren”

Van Gulik noemt als voorbeeld een ervaring in Engeland. “Ik werkte bij de BBC. Zij zijn niet alleen een omroep maar ook verantwoordelijk voor dingen als de Cito toets. Daar moest ik als hoofdarchitect naar kijken en ik kwam er onmiddellijk achter dat er veel te veel kinderen waren. Er waren wel 20 keer meer kinderen dan er in werkelijkheid zijn. Al die scholieren veranderen om de paar weken hun accounts. Ik zag bij een kind dat er Tor op haar telefoon draaide: dat moest je hebben, anders begon iedereen te zeiken. Dus je ziet plotseling een hele generatie die er rekening mee houdt dat scholen meekijken en dat je aangesproken wordt op school als je naar een bepaalde website gaat, omdat ze in een surveillance maatschappij leven en ze dus dingen gebruiken als Tor of VPN.”

De jeugd is minder naïef van veel volwassenen, wil hij maar zeggen. “Wij hebben toch een soort notie dat de wereld open en goed en mooi zou zijn, maar ik denk dat mensen onder de 20 helemaal geen illusies hebben. En als ik zag hoe die Britse kinderen accounts maken en daarmee jongleren: gewoon fantastisch. Dat is gewoon leuk. Je gooit alle telefoons in een rugzak en dan neemt 1 iemand die mee naar de bibliotheek. What is the problem?” Natuurlijk is het zo dat zeker 80% van de mensheid vrijwillig hun hele privéleven aan de tech giganten overhandigd, maar volgens Van Gulik zijn met name jongeren veel voorzichtiger. “Zij snappen hoe het werkt. Een foto met de familie en een stuk vlees? Je bent gek dat je het online zet. Weet je wel zeker dat dat stuk vlees je niet over 5 jaar in de weg gaat zitten om een baan te krijgen of ervoor zorgt dat je geen hypotheek kunt krijgen? Er is een hele grote groep mensen die verder kijken. Ik ben hoopvol.”

“Open source helpt enorm ”

Waarmee niet gezegd wordt dat daarmee alles is opgelost. Van Gulik verwacht zeker nog een aantal grote drama’s. Zoals de data van de 112 van Canada die op straat kwamen te liggen. “Dat zorgde ervoor dat sommige mensen in Canada niet meer op bezoek konden bij familie in Amerika. Ze hadden ooit 112 gebeld door Alzheimer en dat stond geregistreerd als een mental breakdown. Op hun douaneformulier gaven ze aan nog nooit psychische problemen gehad te hebben. Met een weigering tot gevolg. We gaan wel een paar keer als maatschappij heel hard leren dat we een probleem hebben.” Maar het zijn die lessen die voor veranderingen gaan zorgen. Tot die tijd blijft voorzichtigheid geboden.

Van Gulikcument keek ook mee bij de ontwikkeling van de coronamelder-app. Een app die niet zonder meer door iedereen wordt vertrouwd. “Gezamenlijk zeer open ontwikkelen dat helpt echt enorm. Dat geeft je mogelijkheden om mensen, kennis en techniek bij elkaar te vinden die heel zeldzaam is. Wat ook heel leuk is, is dat je echt heel fatsoenlijk een app kan maken die secure  en veilig is zonder dat er één geheim in zit. Iedereen kan de source code vinden, daar zit geen stukje geheim in, en toch is ie helemaal secure en helemaal goed. Dat is echt gelukt. Je kunt iets heel veilig en goed maken niet omdat je het geheim houdt, maar juist omdat je het helemaal open maakt. Om dat bij zo’n project goed te mogen doen is echt fantastisch. Het helemaal perfect kunnen doen en daar de tijd en de ruimte voor krijgen is geweldig. En de open source helpt daar enorm bij. “

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar.

Vind je het waardevol wat we doen? Steun ons door FMT Member te worden!