De Nederlandse leraar geeft wekelijks aan meer klassen les dan docenten in de ons omringende landen. Naast voor de klas staan vormen ouders een steeds grotere druk. “Daarnaast moet je ook nog leerlingen motiveren en inspireren. Dat laatste valt vaak buiten de boot en juist daarom was je ooit leraar geworden”, aldus Janneke Plaisier, co-founder van LessonUp. Het platform probeert leraren de helpende hand te bieden bij het maken, delen en vinden van lessen.
“Je krijgt bij ons een format. Je kunt een video embedden, een slide of een quizvraag maken en een interactieve vraag toevoegen. Alles kan binnen hetzelfde programma. Tot nu toe was het zo dat de leuke interactieve docent allemaal verschillende tabjes moest openen voor de klas, met alle gevolgen van dien. Dat kost heel veel energie. In Lessonup maak je hetzelfde, maar je hoeft er alleen maar doorheen te klikken. Alles zit in hetzelfde programma.” Docenten kunnen hun zelfgemaakte lessen uploaden. Dat doet zo’n 10% van de gebruikers met grote regelmaat. De overige docenten gebruiken het platform wanneer ze op zoek zijn naar een leuke les. LessonUp telde eind 2019 zo’n 65.000 geregistreerde gebruikers en een kwart miljoen verschillende lessen.
Een goede les maken blijft een tijdrovende affaire. Wanneer je op zoek gaat naar interessant online materiaal ben je zo een paar uur verder. LessonUp maakt het gebruikers makkelijker. Je kunt een zoekwoord intypen en je vindt de al gemaakte lessen. Die kun je vervolgens naar eigen smaak en inzicht aanpassen. “Docenten pakken nooit zomaar een les van een ander. Ze kunnen het altijd zelf beter. Dat zit heel diep in een docent, die zullen niet zomaar blindelings de les van een collega pakken.”
Toch blijft het een uitdaging om een steeds grotere groep gebruikers te bewegen om zelf ook lessen vanaf het nulpunt te maken. “De gemiddelde docent scrollt er doorheen op zoek naar wat leuks en 10% maakt het hele jaar nieuwe LessonUp lessen. Om de rest ook actief te krijgen is een uitdaging. Dat doen we enerzijds digitaal: trucjes uithalen om ervoor te zorgen dat mensen toch een keer die eerste stap zetten, maar het grootste deel is offline: scholing en traingen geven op scholen.”
Inmiddels is het platform ook ontdekt door partijen buiten het onderwijs. Zo heeft het het Van Gogh Museum een eigen kanaal in LessonUp. “Zij hebben ontdekt dat zij elke dag in de klas worden gebruikt. Klassen vol leerlingen die potentieel ook naar het Van Gogh kunnen komen. Zij zenden hun lessen via LessonUp de klas in. Inmiddels doen wel 30 partijen dat: de Vogelbescherming en noem maar op. Al dat soort bedrijven zeggen: dat is hartstikke leuk. Die zijn ook de hele tijd op zoek naar bereik en daarvoor is LessonUp ook een heel goed instrument. Ze zijn wat ons betreft welkom.”
De vraag is of dat ook grenzen kent. Zo zouden McDonalds of CocaCola ook lessen kunnen graan produceren. “Je voelt wel aan dat er bepaalde bedrijven kunnen zijn waarbij je denkt: wat is jullie belang bij het verspreiden van dit materiaal via ons platform? Maar tot nu toe is het geen probleem. Het zijn allemaal bedrijven met gezonde educatieve belangen.”
Wanneer een docent het platform wil gebruiken om lessen te delen en vinden dan is dat gratis. “Op het moment dat je het wilt gaan gebruikten in de klas, lessen wilt gaan delen met leerlingen en zien wat zij ermee hebben gedaan, dan moet je gaan betalen. Dus voor de statistieken, de voortgang van leerlingen.”
LessonUp werkt met een licentiemodel. Het zijn de onderwijsinstellingen die betalen. De hoogte van het bedrag hangt af van de hoeveelheid leraren en leerlingen dat er gebruik van maakt. “Inmiddels verkopen we elke dag wel een schoollicentie. Die betalen een bedrag tussen de 700 en 2000 euro per jaar. Het kan ook 5000 of 10.000 worden, hangt af van de hoeveelheid leerlingen en leraren. Er zit ook groei aan de andere kant, de partijen die de content leveren.” Externe partijen zoals het Van Gogh betalen ook om lessen te kunnen maken en uitleveren via het platform.
Peak Capital heeft onlangs 3 ton in LessonUp geïnvesteerd. “Dat geld is nodig om te kunnen groeien en snelheid te kunnen maken.” Plaisier is blij dat het in Nederland zo goed gaat, maar heeft zeker ook ambities om uit te breiden in het buitenland. “Duitsland zou ik niet meteen naartoe rennen als ik de keus heb en die heb ik. Duitsland is traditioneel en het onderwijs ook. Wifi is ook nog niet echt gewoon op Duitse scholen. Dat is wel een basisvoorwaarde: als er geen wifi in de klas is of geen smartboard, dan wordt het wel lastig.”
Duitsland valt dan af, maar over twee jaar zijn de eerste stappen in het buitenland zeker gezet. “We zijn dan ook nog actief in Nederland. We hebben hier nog heel veel te winnen. Maar we hebben dan ook zeker de eerste stappen in het buitenland gezet. Dat is absoluut de missie. Het is logisch voor een platform als LessonUp dat je over de grenzen kijkt, want dat heb je nodig. De Nederlandse markt is niet groot genoeg.”
(Een verslag van @daalder)
De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar.
Vind je het waardevol wat we doen? Steun ons door FMT Member te worden!