Schrijver/columnist Karin Spaink is verknocht aan het internet. “Ik zou me geen raad weten zonder.” Tegelijkertijd ziet ze ook de gevaren. “Ik heb me aanvankelijk niet gerealiseerd hoe massaal het ook gebruikt kan worden als surveillance middel. Dat internet niet alleen betekent dat mensen zelf allerlei bronnen kunnen raadplegen, maar ook dat burgers op allerlei manieren door de overheid maar ook door bedrijven worden getraceerd, gevolgd met cookies, belaagd met advertenties en in honderden zo niet duizenden bestanden worden opgeslagen. Daar zitten nogal wat consequenties aan en dat gaat verder dan ik me eerder heb gerealiseerd.”

Eerder is 1995. Vanaf dat moment houdt Spaink een website bij waarop ze haar eigen werk verzamelt. “Ik was de eerste schrijver in Nederland die dacht ‘kom op we gaan leuk een gebundelde versie uitgeven maar dan op internet’.  Aanvankelijk was het handwerk, later bood een cms uitkomst. Op dit moment staat zeker 95% van haar ‘losse’ werk online. “Het is het archief en ook een soort van publieke service. En het is tot op zekere hoogte ook reclame. Dat mensen denken ‘goh die meid heeft toch best leuke dingen geschreven, die zal ik eens in de gaten houden’. Maar ik vind het ook zonde dat als de krant waarin het staat verdwenen is, daarmee het stukje ook niet meer toegankelijk is. Internet is daar buitengewoon geschikt voor. Dat je dingen bewaart, verzamelt, bij elkaar houdt en organiseert op een andere manier.  En dat ter beschikking stelt van wie dat nodig heeft.”

“ Metadata vertellen heel veel over iemand”

De publieke discussie rondom de bewaarplicht deed Spaink realiseren: dit gaat de verkeerde kant op. “Aanvankelijk was het idee om je internet gebruik twee jaar te bewaren. En dan niet alleen welke website je bezoekt, maar wie je een email schrijft met wie je contact hebt op een chat, met wie je instant messaging doet, hoe lang het duurt. Alles behalve de daadwerkelijke inhoud van de conversaties of mededelingen. Dat wat ze tegenwoordig metadata noemen. En dan zeggen: dan weten we dus nog niet echt iets van je, terwijl metadata juist heel veel vertellen. Dat was het moment waarop ik dacht: het wordt griezelig. Ook omdat de overheid niet de enige instantie is die dat soort dingen opslaat.”

Zo bleek dat Facebook zelfs gegevens van mensen opslaat die geen profiel hebben aangemaakt. “Dat mogen ze niet meer. In België zijn ze daarvoor veroordeeld met een behoorlijke dwangsom bij overtreding. Op basis van dat arrest zal dat in andere Europese landen waarschijnlijk binnenkort ook worden doorgevoerd. Maar dat is een exces dat wordt ingeperkt en dat doet niks af aan de hoeveelheid informatie waarmee ze hun eigen abonnee’s blijven volgen.” De meeste mensen lijken zich nauwelijks druk te maken over de schendingen van privacy op internet. Spaink wijt dat aan het feit dat er weinig tegen te doen lijkt te zijn. “Je hebt geen middelen in handen om je ervan af te schermen en je hebt Google of Amazone of Facebook toch nodig. Dan zeg je: het zal wel meevallen. Je hebt niet veel andere keus. Op het moment dat de huur omhoog gaat zeg je ook niet dan zeg ik de huur maar op. Ik bedoel het is niet dat je een alternatief hebt. Daarom gaan mensen het ook vergoelijken want ze moeten het gebruik ervan ook voor zichzelf legitimeren.”

“De overheid maakt steeds meer dingen weinig toegankelijk voor burgers”

Burgers staan misschien redelijk machteloos, maar bedrijven zouden beter moeten weten. Zeker bedrijven die beschikken over veel persoonlijke data van gebruikers. Daar laat bescherming toch ook vaak te wensen over. Tien jaar gelden onderzocht Spaink met een team hackers of het mogelijk was om de data van twee ziekenhuizen te onhullen. “Bij één ziekenhuis waren we echt binnen anderhalve dag binnen en we hadden daar de beschikking over 1,2 miljoen patiënt gegevens die we niet alleen konden inzien, kopiëren en weggooien, maar we konden ze ook veranderen. Dat is echt heel heftig. En het meest schokkende was dat dat ziekenhuis een systeembeheerder stuurde voor een gesprek. De directie was niet geïnteresseerd.” Tegenwoordig gaat het wel iets beter. “Tegenwoordig wordt er veel meer over nagedacht hoe je dat goed regelt. Er is nu sinds kort ook een wet op data lekken zoals dat heet. Als je als bedrijf of instelling een datalek hebt dat moet je daar melding van doen, daar zijn procedures voor. Je moet in een aantal gevallen al je gebruikers waarschuwen en als je dat niet doet krijg je een behoorlijke boete. Als je zo’n melding hebt gemaakt en je maakt daarop een vergelijkbare fout dan krijg je ook een boete. Dat maakt niet dat iedereen meteen en op slag heel voorzichtig en zuiver omgaat met data, maar wel dat er een groter besef ontstaat van we moeten toch een beetje gaan opletten en een beetje voorzichtig ermee zijn.”

Ander punt van zorg: de steeds grotere machtsongelijkheid tussen burgers en overheid. “De overheid eist tegenwoordig van alle burgers dat die volkomen transparant zijn , terwijl de overheid zelf steeds meer dingen weinig toegankelijk maakt voor burgers. Hoe vaak heeft dat wat in een tap naar boven is gekomen doorslaggevend bewijs gegeven en gezorgd voor een veroordeling. Dat weten we helemaal niet en toch wordt er gezegd: het moet en het is nodig. Verantwoording afleggen over de middelen die ze inzetten doen ze heel weinig en dat maakt dat ik denk: het kan wel zijn dat je denkt dat je het nodig hebt  maar toon het eerst maar eens aan en laat zien in welke gevallen het echt onontbeerlijk is geweest. En laat ook zien wat je in andere zaken hebt gedaan met  dit soort informatie. Zolang de overheid dat nalaat ben ik niet zo geneigd om ze heel veel meer  extra bevoegdheden te geven buiten wat ze nu al hebben.”

Spaink werkt op dit moment aan een boek over de geschiedenis van het publieke internet in Nederland.

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van  Merchandise.