[Dit is onderdeel van het project De Realtime Revolutie. Koop het mooie door @wilg vormgegeven papieren boek (20 euro) of de ePub (10 euro) Daarnaast organiseren we op 24 mei Twitter & Crisiscommunicatie en 7 juni Twitter & Webcare.]

Erik van Bruggen is oprichter en mede-eigenaar van campagnebureau BKB. De onderneming werkt voor overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. De invloed van het realtimeweb op de politiek? Het geeft politici een extra kanaal, leert hen het publiek beter kennen en geeft de mogelijkheid om beter op de persoonlijke voorkeuren en kenmerken van de kiezers in te spelen.

Wat is de impact van het realtime web op de politiek?
‘De impact op de politiek is levensgroot omdat net als op andere terreinen de tussenschakels wegvallen. Vroeger stonden tussen politiek en burger mensen die politici konden of wilden afschermen, nu zijn mensen steeds meer direct benaderbaar en aanspreekbaar. Mensen die er goed mee om kunnen gaan, krijgen er een nieuw mediakanaal bij, zoals Femke Halsema van Groen Links dat goed heeft gedaan. Het maakte haar menselijker en benaderbaarder dan ze ooit is geweest. Met een goeie vraag of een slimme opmerking kun je nu mensen bereiken waar je vroeger geen toegang toe had.’

Is Twitter voor een politicus marketing of kan hij of zij door het nieuwe kanaal zijn werk ook beter doen?
‘Natuurlijk is het ook marketing, maar een politicus kan zijn werk beter doen doordat hij op een eenvoudige manier kleurrijker opinies kan binnenhalen dan anders het geval was geweest. Je informatiebronnen worden rijker. Al is het natuurlijk niet alleen maar leuk. Want door de benaderbaarheid krijg je ook vuilspuiers op je pad. Die negatieve kant is er absoluut. Daar moet je op voorbereid zijn.’
‘De mensen die er het meest slim mee omgaan hebben er ook echt enorm profijt van in hun
professionele en politieke leven. Als ik naar ons eigen bedrijf kijk dan is Twitter heel relevant geweest omdat het ons in staat stelt op een andere manier dan voorheen contact op te bouwen en ook het gesprek aan te gaan met mensen die kritisch op ons zijn.’

Wilders gebruikt Twitter op zijn geheel eigen manier …
‘Dat is een totaal ander gebruik dan wat ik beschrijf. Maar voor hem is het effectief. Hij praat niet terug, reageert nooit, maar verstuurt aan de lopende band micropersberichten die vaak als citaten in de media terugkeren.’

Als burger krijg ik het gevoel dat ik dichter bij de politiek ben. Dat is mooi. Aan de andere kant, is de directheid en snelheid niet ook een gevaar? Dat de grote lijnen uit het zicht verdwijnen?
‘Een politicus moet goed bedenken waar hij wel en niet op antwoordt, wat hij wel en niet wil weten, hoe hij een medium gebruikt. Net als bij een campagne, moet je een strategie ontwikkelen over hoe je je op Twitter begeeft. Maar in wezen verschilt dat niet van nadenken over krant of televisie. Dat het sneller en directer is, moet je daarbij in ogenschouw nemen. Denk na over de impact van wat je doet. Daar zijn mensen wel van geschrokken. Iedereen maakt dat een keer mee. Ik heb het zelf ook gehad. Ik ben een tijdje gestopt toen ik iets kritisch over een klant had gezegd en me niet realiseerde dat ie ook weleens kon meelezen. Dat was dus wel het geval. Daar moet je je bewust van zijn.
‘Als ik nu onderdeel zou uitmaken van een politiek campagneteam, zou ik Twitter, maar ook social media als Facebook natuurlijk inzetten. En de dialoog aangaan is dan voorwaarde. Anders werkt het niet. Dan benut je de kracht onvoldoende. Voor Wilders werkt nu eenrichtingsverkeer, maar gaat het niet tegen hem werken als alle politici straks wel voor de dialoog kiezen? Ik denk het wel.’
‘Een politicus moet zich een aantal vragen stellen voor hij actief wordt. Wil je met mensen een dialoog aangaan, wil je op kleine incidenten blijven reageren, wil je juist een aantal debatten gaan voeren via dat medium? Dat zijn allemaal keuzes die je als politicus wel in je achterhoofd moet hebben. Het vergt een nieuwe manier van nadenken over hoe je je boodschap het beste naar buiten wil laten komen. En als je er aan begint, dan schep je ook verwachtingen. Dan moet je er ook regelmatig zijn. Het schept verantwoordelijkheden.’

Een andere element van het realtime web is dat er steeds meer gegevens over doen en praten beschikbaar komen. Data waar je wat aan kunt hebben, die je voor je kan laten werken. Het kan de politiek helpen bij het beter begrijpen van de bevolking.
‘Dat denk ik zeker. Dat zie je Obama bijvoorbeeld doen. Zijn organisatie koppelt databestanden aan elkaar zodat ze mensen heel gericht kunnen benaderen. Op basis van hun woonplaats, hun beroep, hun voorkeuren. Persoonlijke targetting, iedereen anders benaderen met relevante informatie en vragen. Heel interessant. In Amerika kunnen ze daar verder in gaan dan in Nederland omdat privacy daar een kleinere rol spelt. Maar ook hier hebben we data waarmee je kunt weten waar je kiezers wel of niet zitten, waar je met welke boodschap het verschil kunt maken. Dat maakt deze ontwikkeling revolutionair. Het besef van het belang van data begint te komen, maar we staan nog maar aan het begin. En natuurlijk, en niet ten onrechte, komt dan iedere keer de vraag op tafel wat dit voor privacy betekent en van wie welke data is. De angst voor misbruik heeft een remmende werking.’

Iedereen is nu bereikbaar. Niet alleen de burgemeester en de politicus, maar ook de ambtenaar. Ik hoef niet meer via de afdeling communicatie. Werk en privé gaan daarnaast steeds meer door elkaar lopen. Dwingt dit de overheid tot openheid?
‘Absoluut. Organisaties die niet open zijn of worden komen onherroepelijk in de problemen. Mensen en bedrijven moeten herdefiniëren wat ze wel en niet kwijt willen en op wat voor manier. Ik denk dat je vanuit het startpunt van openheid moet werken. Alles ligt op tafel tenzij er overduidelijke belangen van een ander of een groter geheel meespelen.’