Hay Kranen  werkte vier jaar als webontwikkelaar bij de VPRO. Na zijn vertrek, vorig jaar, kon hij bij de Koninklijke Bibliotheek (KB) en het Nationaal Archief (NA) aan de slag als Wikipedian in Residence. Kranen leert de medewerkers onder meer hoe ze op Wikipedia kunnen publiceren. Omdat dat uiteindelijk veel meer bezoek oplevert dan publiceren op de eigen site.

Het 13 jaar oude Wikipedia is qua bezoekcijfers de vijfde site van de wereld. En wat het mogelijk nog bijzonderder maakt is dat de organisatie vrijwel geheel drijft op vrijwilligers. Er is een Amerikaanse foundation, waar 20 betaalde krachten vooral aan de techniek achter de site werken. En ook Nederland telt vijf betaalde parttime krachten. Maar alle teksten worden geschreven door vrijwilligers. Mensen die in hun vrije tijd op eigen initiatief een bepaald onderwerp voor de site beschrijven. Nederland telt 1500 mensen die maandelijks vijf of meer bewerkingen doen. Wereldwijd zijn dat er 80.000. “Niet zo’n hele grote groep. Wikipedia is geen Facebook of Twitter. Het is niet niet leuk voor  iedereen, best wel ingewikkeld zelfs en niet iedereen heeft daar zin in.”

“ Het doel van Wikipedia is kennis en informatie beschikbaar maken en verspreiden”

Een reden voor de KB en het NA om Kranen te vragen het personeel in te wijden in de wereld die wiki heet. “Het lijkt alsof Wikipedia vrij is. Een plek waar iedereen maar mag doen. Maar in de praktijk blijkt dat Wikipedia-bijdragers best wel conservatief zijn en veel gemeen hebben met de conservatoren die bij een bibliotheek of archief werken. En duidelijke regels hebben: wat hoort wel en wat hoort niet op Wikipedia.” Zo moeten stukken neutraal van toon zijn, mag je niet over jezelf schrijven en worden linkjes al snel gezien als ongewenste spam. Daarbij moet alles wat je in en bij een verhaal gebruikt vrij zijn van rechten.

Dat is wel even wennen voor de medewerkers van de KB en het NA. Niet iedereen is even blij met het publiceren op Wikipedia. “Ik merk daar absoluut weerstand. Je hebt mensen bij de KB die er al heel lang werken en niet iedereen vind het een goed idee om alles op Wikipedia te zetten. (…) Maar ik blijf uitleggen: het doel is hetzelfde: kennis maken en verspreiden.” En het moet gezegd worden, de noodzaak wordt ook wel gezien. Kranen heeft er niet voor niks een betaalde baan aan overgehouden. Dus het stadium ‘moeten we dit wel doen?’ is duidelijk gepasseerd.

“ Wikipedians willen een betere en slimmere wereld maken”

Ondertussen heeft Kranen ook te maken met twee andere uitdagingen: de ouderwetse user interface van Wikipedia, waar op dit moment hard aan gesleuteld wordt, en de sfeer die er soms hangt bij al ervaren bijdragers. “Het is voor mensen lastig om te starten, niet alleen omdat het technisch lastig is, maar ook omdat  er een sfeer hangt: je bent nieuw,  je hoort hier niet. De drempel is best wel hoog om mee te doen.”  Zo is maar 6% van de bijdragers in Nederland vrouw. Ook zie je weinig mensen uit de derde wereld bijdragen. Dat moet anders. “We willen echt een wereld-encyclopedie zijn in plaats van een jong, blank, hoog opgeleid, 30-jarige mannen encyclopedie met alleen maar artikelen over StarTrek en Pokemon.”

Kranen is blij met zijn baan. “In het begin van het internet dacht iedereen: internet gaat iedereen vrij maken. En nu zit iedereen op Facebook. Wij zijn het laatste grote project waar mensen dat oude idee nog hebben. Het gaat er echt om dat je met z’n allen een betere en slimmere wereld wilt maken en daarom vind ik het nog steeds erg interessant.”  En andere bedrijven zouden wat kunnen leren van Wikipedia. “Je moet niet zo bang zijn: je kunt mensen best wel verantwoordelijkheid geven. De meeste artikelen op Wikipedia zijn door iedereen te bewerken, ook zonder account. Dan kan iedereen allemaal flauwekul toevoegen, als je dat inzichtelijk maakt dat dat gebeurd is dan wordt dat wel weer teruggedraaid. We hebben wel regels, maar heel veel regels zijn er ook niet of worden pas toegepast als het echt nodig is.”

(Een verslag van @daalder)

De afleveringen van Top Names zijn via Soundcloud en iTunes als podcast beschikbaar dankzij sponsoring van Merchandise.nl.