Bij iedereen onder de 30 is het volstrekt normaal om tijd te besteden aan esports. Net zoals je tijd besteed aan muziek, films of series. Toch moet Ward Geene al bijna tien jaar uitleggen wat het precies is. “Het is dus competitief gamen. Toen gaming werd uitgevonden wilden mensen al snel weten: wie is de snelste, wie is de beste? Je hebt een spel nodig dat gespeeld wordt en een scheidsrechter die op de regels let. Die liggen niet allemaal vast in de game. Daarnaast heb je de organisator van een toernooi. Dat zijn op dit moment nog allerlei verschillende partijen. Het is relatief nieuw, ook al bestaat het al zo’n 25 jaar.”

Geene is co-founder van de Esports Club. Hij produceert geschreven content over verschillende Esports. Dan gaat het met name om nieuws. In de wereld van de esports is video een dominant medium. Eén van de redenen waarom Geene voor geschreven content heeft gekozen. “Al die jongens doen YouTube video’s, als ik dat ook zou doen dan heb ik veel concurrentie. Met schrijven heb je weinig concurrentie.”

Daarbij is video kostbaar om te maken. “We kunnen nu relatief veel goede content maken tegen een lager bedrag. Ik werk niet als een krantenredactie. Bij ons moet elk artikel traffic opleveren. Dat werkt heel goed met de content die we nu brengen. Ieder medium heeft zijn eigen kracht. Bij ons kun je het scannen met behulp van slimme tussenkopjes. Hierdoor kun je de kern snel naar voren brengen.”

“ Miljoenen kijkers wereldwijd”

Heb je het over esports dan start ook onmiddellijk de discussie of het wel sport mag heten. Geene haalt zijn schouders op. “Gaming is te vergelijken met sport en esports is een klein stukje daarbinnen. Zoals je ook hardlopen en competitief hardlopen hebt. Dat geldt dus ook voor gaming en esports. Dat laatste is competitief. Het is ook entertainment en tijdsbesteding. Mensen willen er graag naar kijken. De atleten zelf bewegen misschien niet veel, maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld darts of pistoolschieten. Dat is ook sport. Ook onze atleten moeten veel dingen doen en laten om een topprestatie te kunnen leveren.”

Het is echt niet zo dat je met een beetje gamen de top kunt bereiken. “Je hebt veel discipline nodig om op dit niveau te komen. Je moet veel oefenen, er is veel herhaling. Het gaat er niet om dat je 16 uur per dag traint. Dat is niet persé een goed trainingsregime. Je hebt rust nodig, goede voeding.”

Toernooien worden soms door miljoenen mensen wereldwijd bekeken. En alles wat in reguliere sporten langskomt, komt ook hier langs. “Dopinggebruik en controle, vals spelen, gokken en omkoping dat komt allemaal voor. Bij de eerste games werd al vals gespeeld. Een verschil tussen esports en sport: sport beweegt van lokaal naar globaal. Je begint bij een lokale club en zo klim je op. Bij esports is het een ontwikkeling van globaal naar lokaal. Je begint online, wereldwijd. De wereld is je competitie. En nu zie je langzamerhand lokale competities ontwikkelen. Dat is een ander beweging die een heel andere aanpak vereist.” De kijker ziet vooral de avatars. Hierdoor is het redelijk lastig om lokale helden te creëren. Iets waar sponsoren op zitten te wachten. Niet dat esports geld nodig heeft. Het komt voor dat de  community de de prijzenpot bij elkaar speelt. “Dat maakt het ook lastig om als buitenstaander erin te stappen. je moet als sponsor eerst laten zien dat je ook wat doet voor de community.”

“ Ambassadeur zijn is mijn rol”

Op dit moment kent de esports wereld grofweg twee verdienmodellen. “Wanneer je een YouTube video maakt, krijg je advertentie-inkomsten. Bij Twitch draait het veel minder om advertentie-inkomsten. Je hebt een kanaal, daarop zend je live uit waarna mensen zich kunnen abonneren. Dus de content maker is trouw aan z’n publiek en niet aan de adverteerder. Dat betekent dat er meer content gemaakt wordt waar het publiek op zit te wachten en doordat dat gebeurt zijn mensen ook bereid daar iedere maand voor te betalen. Van de opbrengsten gaat 50 % naar Twitch en 50% naar de maker. Met zo’n 200 tot 300 live kijkers kun een fulltime baan hebben met live streamen, omdat je gesteund wordt door je publiek.”

Geene verwacht de komende jaren een strijd op het gebied van content. Grote partijen als Amazone, Google en Facebook en Microsoft mengen zich in de strijd. “Ik vraag me af wanneer de grote kabelpartijen zich er echt mee gaan bemoeien. In principe is het gewoon content. Het enige probleem is dat er heel veel verschillende organisatie zijn die het uitzenden. Je kunt dus nergens mediarechten inkopen voor een game. Het zijn allemaal partijtjes. Daarom is video heel lastig.” Geene verwacht dat de Esports Club geld blijft verdienen met content. “Ik maak de content voor partijen die wel de content willen over esports maar niet weten hoe ze dat moeten doen. Dus ik ben eigenlijk een contentfabriek, White label of op mijn eigen platform. Ik word vaak gebeld door de NOS om zaken te factchecken. De site is het uithangbord. Het moet groeien zodat ik naar een subscription model toekan.”

En ondertussen maar blijven uitleggen hoe het zit. “Ik wil anderen helpen om goede esports-content te maken. Als je echt niet weet wat je doet gaat het snel mis. Als je bij League of Legends iets een hero noemt in plaats van  een champion en bij Dota omgekeerd, dan ben je al af. Dat zijn kleine details waar redacties in Nederland geen geld voor hebben. Dat kun je dus ook inkopen en die partij wil ik zijn. Ik ben een ambassadeur. Dat is mijn rol.”

(Een verslag van @daalder)