Mark van de Crommert, algemeen directeur bij zowel Remotely.tv als Mediasynced, ziet twee belangrijke tv-trends. Eén daarvan is uitgesteld tv kijken. “Verder zie je dat alles wat met interactie te maken heeft, tweede schermen, hand over hand toeneemt. Multiscreenen.” Hij kan het weten. Remotely.tv houdt bij wat er getwitterd wordt over alle tv programma’s in Nederland en levert daar statistische informatie over. Media Synced synchroniseert tv-commercials met online campagnes.

[In de opmaat naar het Mediapark Jaarcongres 2013, verzorgde Fast Moving Targets een serie interviews over televisie en online video. Daar is dit er een van.]

“Diepe verweving met de content betrekt mensen intensief”

Multiscreen neemt twee vormen aan. Aan de ene kant zijn mensen bezig in een parallele wereld terwijl ze televisie kijken. Ze bezoeken een website of checken Facebook updates. Daarnaast zie je mensen inhaken op een programma door een een speciale app op te starten of een site te bezoeken die rechtstreeks met het programma te maken heeft.

Van deze twee vormen is de eerste op dit moment het populairst. “Al verwacht ik dat dat aandeel zal toenemen”, aldus Van de Crommert. “Er is zo’n diepe interactie mogelijk en zo’n diepe verweving met de content, mensen worden zo leuk betrokken bij een programma als je dat goed doet. Er zijn natuurlijk een aantal voorbeelden van programma’s bekend waar dat veel kijkers heeft opgeleverd die op een betrokken manier met het programma zijn bezig geweest. Dus ik denk wel dat dat een blijvertje is.”

Struikelblok zijn de kosten. “Als je het goed wilt doen, zijn het flinke productiekosten die daarmee gemoeid gaan. Je zal ook wat extra op de trommel moeten slaan, dat vraagt wat extra marketing aandacht. Dus dat zal denk ik wel voorbehouden zijn aan de programma’s met veel kijkers. De grote sportprogramma’s, de grote shows op tv. Daar ligt dat bij voor de hand.”

“Twitter kan extra kijkers opleveren”

Waarmee niet gezegd kan worden dat programma’s zonder veel kijkers of groot budget kansloos zijn om mensen meer te betrekken. Die programma’s kunnen veel meer doen met de kijkers die ze op dit moment al hebben en actief zijn op Twitter. Want televisie is voor een vaste groep mensen een heel populair onderwerp om over te twitteren. Of het nu gaat om programma’s waar ze fan van zijn of programma’s die veel emoties oproepen.

“Wat producenten en zenders veel meer kunnen doen dan op dit moment gebeurt is inhaken op wat er op dat moment in een show gebeurt en live hashtags gaan aanmaken. Je ziet nu in Amerika dat er shows zijn die niet alleen maar zeggen:  dit is De Wereld Draait Door #DWDD of  dit is RTL Boulevard #RTLboulevard. Nee, die zeggen: reageer nu op het onderwerp dat in DWDD aan de orde is. #RTLBoulevardGordon bijvoorbeeld(…) Als je dat soort dingen gaat doen, dan gaan mensen explosief twitteren op die hashtag, zeker als die hashtag heel erg grappig  of heel erg pakkend is. En dan zie je dus ook dat mensen gaan inschakelen op die aflevering van dat moment en zeker ook op de afleveringen daarna. Dus je kan met behulp van Twitter engagement oproepen, je kunt het ook stimuleren en dat gaat je ook extra kijkers opleveren.”

Een spel wat op dit moment in Nederland nog niet of nauwelijks wordt gespeeld. Dat gaat volgens Van de Crommert, als het goed is, de komende twaalf maanden veranderen. “Je laat in feite gewoon kansen liggen als je het niet doet. Dus we hopen op dat terrein nog veel vuurwerk van de zenders te zien. Het is een schot voor open doel zou ik zeggen.”

“Kijkers zijn belangrijker dan twitteraars”

Als het op een keus aankomt tussen kijkers of twitteraars is en blijft het eerste natuurlijk belangrijker. Maar wanneer twee programma’s ongeveer dezelfde kijkersaantallen trekken, maar over het ene programma wordt veel meer getwittered dan over het ander, dan heeft dat programma duidelijk een dikke streep voor. “Het is voor zowel de programmamaker als de zender beter want het leidt tot hogere kijkcijfers de volgende keer. Maar ook een adverteerder die moet kiezen of hij bij het ene programma of het andere programma adverteert, zal kiezen voor het programma waar het meeste engagement is, want we weten als mensen meer betrokken zijn bij het programma dat ze kijken dat ze ook beter de advertentieboodschappen tot zich nemen.”

Bovendien is de huidige Twitter-populatie ook een interessante voor adverteerders. “Toch een doelgroep die relatief jong, tech savvy en trendsettend is. Dus dat is ook weer een doelgroep waarin de gemiddelde adverteerder meer in geïnteresseerd is dan een niet twitterende doelgroep.” En dus adviseert Van de Crommert programma’s er actief aan te gaan trekken. Zelf hashtags aan te maken over onderwerpen die behandeld worden. Waarmee je misschien niet direct op de 165.000 tweets zit over het Songfestival of de gemiddeld 50.000 tweets per Champions League wedstrijd, maar je wel steeds meer mensen betrekt. “Rond een journaal gebeurt helemaal niets eigenlijk. Op het moment dat het journaal zou zeggen: dit is het thema en twitter nu op dit thema, dan zul je zien dat mensen reageren.”