Een dag met weinig ‘interactive’ voor mij, omdat ik een beetje moest werken – een hinderlijke onderbreking van een verder aangename dag – en twee films heb bezocht.
De eerste sessie die ik bijwoonde was ‘Facebook Messenger and the rise of the chatbot’. De tweede was ‘Augmented intelligence: the next-gen AI’. Ik denk dat beide gingen over belangrijke ontwikkelingen die op termijn enorme impact zullen hebben; en dat beide op de korte termijn ondergedompeld raken in een bad van halve definities, hoopvol gebabbel, conceptuele beloften en irrealistische verwachtingen. Het zijn nieuwe of hernieuwde Keizers, met wel kleren aan, maar selectief schaarsgekleed. Aldus mijn irritatie. Maar zijn die dingen buitengewoon belangrijk: ja, dat denk ik wel.
Kort over die tweede (AI), daarna iets meer over de eerste (bots). Ik begin kribbig te worden over ‘AI’ als label. We hebben hier dingen voorbij zien komen als ‘AI en fascisme’, ‘AI en voedsel’ en andere gezochte combinaties. Sommigen plakken ‘AI’ ergens op om mee te doen. Zoals dat eerder ook wel gebeurde met ‘wearables’ of ‘cross-media’.
Maar…. in tegenstelling tot die twee lege hulzen, is AI – of mag ik zeggen: hele hele slimme software? – wel reëel, en gebeurt het ook echt nu. Dat is echt zo. Ik ben wellicht wat overvoerd, en heb behoefte aan the proof of the pudding, of aan geen woorden maar daden. Mijn zorg is wordt vergergerd door de populariteit van Armageddon-achtige profetieën, waarvan ik de onderbouwing vaak dunnetjes vindt, ook al komen die schetsen soms van mensen wiens schoenen ik niet mag poetsen (Gates, Hawking, Musk etc). Nachtmerries doen het goed – kijk maar naar actuele politieke bewegingen.
Trouwens zie je dat ook in films – ik ben verwijzingen naar Terminator, Ex Machina, 2001 a Space Odyssey en dergelijke zat!? Laten we het hebben over concrete, real-life oplossingen door slimme software, die zijn er, en die zullen ras toenemen, denk ik. Armageddon komt vast wel, ooit, maar voorlopig niet, en eerder door stupiditeit van mensen dan door rogue robots…. Zoals ik gisteren al zei: ik maak me ook geen zorgen over de overbevolking van de planeet Mars (deze heb ik niet zelf verzonnen).
Over chatbots, of beter: conversationele user interfaces. Daarvoor geldt ook dat deze en gene er wat handig mee te koop lopen. Beware of marketeers bringing nicely worded gifts, zou ik zeggen. Zijn die conversationele middelen krachtig, belangrijk, en een groeiend iets: ja, daar ben ik zeker van. Is het al duidelijk onder welke voorwaarden en hoe precies ze werken: nee. Werken ze voor van alles: nee, vermoed ik.
Daar ging die tweede sessie over, en die was inzichtelijk. Te complex om hier samen te vatten. (Full disclosure: ik ben commissaris bij CX Company, die ook in dit bot-veld opereren. Wat ik hier schrijf is 100% voor eigen rekening en vrij van enige commercie).
Het ging over tekstuele conversaties op Facebook Messenger. De 4 mensen die spraken, 1 van Facebook, waren genuanceerd, verstandig en inhoudelijk. Overwegend ook eerlijk.
De sessie focuste op tekst-interfaces, het ging niet over voice. Ik begrijp dat niet zo goed, het lijkt er op dat bijv. Alexa hard groeit. Maar goed. Voor sommige toepassingen lijkt echte spraak mij heel relevant; en voor sommige juist helemaal niet. Ook dat is iets dat nog moet uitkristalliseren. Dat was voor mij een belangrijke, generieke take-away: er valt heel veel te ontdekken, wat nu kan omdat de toolkits serieus goed zijn, en al die experimenten zullen verduidelijken wat werkt, en wat niet. Experimenten met goede tools, door verstandige, deskundige mensen – niet: vogels die met buzzwords jongleren.
Gewoon hard werken dus. ‘A lot of bots actually suck’, zei het panel, nuchter. Is het de moeite waard voor organisaties om er nuchter mee aan de slag te gaan: denk ik wel (niet alle, nu).
Het ging over tekstuele (getypte) conversaties. De 4 mensen die spraken, 1 van Facebook, waren genuanceerd, verstandig en redelijk inhoudelijk. De discussie on the side ging onder andere over de mate van structuur in conversationale interfaces: in hoeverre moet je nou ‘echt’ op natuurlijke taal sturen, versus enige pre-structuur. Een ander topic was: betalingen in/via chatbots – lijkt mij belangrijk, en gebeurt al. Gaat nog veel meer gebeuren. Het ging ook over underpromise & overdeliver, nl over hoe je mensen gewend kan doen raken aan deze vorm van interactie, want menigeen zal het niet 1-2-3 als natuurlijk ervaren. Je moet mensen dus verleiden, en hun vertrouwen winnen.
Tot slot dit citaat over app versus bot: using an app is like a marriage, whereas having a conversation is like dating. Je zit niet vast. Je kan makkelijk switchen. Een thread is maar een thread. Zoiets. Je gaat niet voor alles een specifieke app installeren – zoals we weten. Maar vele verschillende conversaties in parallel, dat lijkt waarschijnlijker.
Een persoonlijke noot over conversaties: ik heb net enkele jaren doorgebracht in landen waar de toegang tot Internet grotendeels via Facebook (incl Whatsapp) verloopt (Indonesië, Nigeria). De rol van de browser en van apps is daar geringer dan hier, veel geringer zelfs. Dat maakt daar de relevantie van conversaties groter. Open deur wellicht. Maar het Westeuropese model van Internet geldt maar beperkt hoor.
Nog één kanttekening: analyse en begrip van taal, dat is een stokoud en diep probleem. Daar vinden enorme vorderingen plaats maar het is onzin om te veronderstellen dat Jan en alleman een natuurlijke-taal omgeving kan customisen, laat staan maken. Daar werd ook gesproken. Dat gaat nog onderschat worden, en dus tot teleurstellende ervaringen leiden. Ik denk dat daar enorme complexiteit zit, die maar ten dele is opgelost door alleen echte deskundigen. Maar, experimenteren kan nu dus. Er zijn al genoeg voorbeelden van wat werkt, en wat niet.
Michiel Buitelaar